Vorige maand verscheen eerder een artikel van mij op SecJure dat ging over de formatie. Nu zal de kiesdrempel meer centraal komen te staan, maar ook in dit artikel zal de formatie voorbijkomen. Reden voor het vele schrijven over de formatie is de actualiteit ervan. Vorige maand was de formatie veel in het nieuws: het werd op een lager pitje gezet vanwege een debat over de uitgelekte notulen.[1] Dat terwijl de landelijke verkiezingen al bijna twee maanden geleden zijn gehouden. Duurt een formatie altijd zo lang en kan het korter door middel van een (hogere) kiesdrempel? Onder andere die vragen zul je beantwoord zien worden in dit artikel.

Allereerst is het goed om te beginnen bij het begin: wat is een kiesdrempel en over welke kiesdrempel gaan het in dit artikel?[2]Een kiesdrempel – hier bedoeld een kiesdrempel voor de landelijke verkiezingen – is een minimum aantal stemmen dat vereist is voor het behalen van één zetel in de Tweede Kamer. Nederland heeft niet echt een kiesdrempel voor de Tweede Kamer, althans geen verhoogde kiesdrempel.[3] In Nederland kennen we de kiesdeler zoals vermeld in artikel P5 Kieswet. Hierdoor is in Nederland de kiesdrempel gelijk aan de kiesdeler en bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen bedroeg die kiesdeler net als bij de vorige landelijke verkiezingen ongeveer 70.000 stemmen.[4] Dat betekent dus dat er circa 70.000 stemmen nodig zijn voor het behalen van één zetel in de Tweede Kamer. In percentages komt de kiesdrempel neer op 0,67% van de stemmen, want er zijn 150 Tweede Kamerzetels, dus 1/150 ≈ 0,67.

Door de lage kiesdrempel is het voor een politieke partij in Nederland niet heel moeilijk om in de Tweede Kamer te komen als dat wordt vergeleken met andere landen. Sterker nog, in Nederland is het relatief makkelijk om een zetel in het landelijke parlement te bemachtigen. In Nederland is de kiesdrempel tegenover Duitsland (5%) en Polen (7%) respectievelijk 4,33% en 6,33% lager.[5]De lage kiesdrempel sluit aan bij de gedachtegang van de wetgever ten tijde van de invoering van het systeem van evenredige vertegenwoordiging in 1917.[6] De wetgever van toen wilde een Tweede Kamer met een zo breed mogelijke vertegenwoordiging voor de Nederlandse samenleving.[7]

Nu is het echter zo dat er ook een keerzijde zit aan de gedachtegang van de toenmalige wetgever. Zoveel mogelijk politieke stromingen in de Tweede Kamer hebben, dat brengt ook een nadeel met zich mee. Op dit moment zitten er namelijk zeven à acht partijen in de Tweede Kamer die minder dan vijf zetels hebben.[8] Deze partijen zou je kunnen beschouwen als ‘de groep van kleinere partijen’. Sommige van die partijen zitten al langer in de Tweede Kamer, bij uitstek de SGP die al meer dan honderd jaar bestaat.[9] Vier andere kleinere partijen, zoals Volt, hebben de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen voor het eerst één of meerdere zetels bemachtigd – mede door de lage kiesdrempel.[10] Door die vier nieuwe partijen en de al gevestigde partijen telt de Tweede Kamer de meeste partijen ooit.[11] Dit bemoeilijkt onder andere de formatieprocedure, want zelfs met de drie partijen met de meeste zetels, VVD (34), D66 (24) en PVV (17), kom je met 75 zetels nog niet op een meerderheid voor een coalitie. Je hebt dus minimaal vier partijen nodig voor een coalitie met een meerderheid in de Tweede Kamer. Dat heeft voor een gedeelte toch wel te maken met de kleinere partijen, want die slokken door de gezamenlijke 15 zetels 10% van het totaal aantal zetels op, een partij zo groot als het CDA.

De kleinere partijen vormen echter niet een machtsblok. Qua standpunten lopen ze veelal uiteen. De kans is groot dat ze allemaal toekomstige, soms letterlijk individuele oppositiepartijen zullen worden. Het is onwaarschijnlijk dat ook maar één kleine partij deel gaat uitmaken van het kabinet, omdat waarschijnlijk maar liefst vijf andere partijen een coalitie gaan vormen.[12] We kunnen ons dus opmaken voor een zeer lange formatie. Het is namelijk een wezenlijk verschil of er twee, drie, vier, vijf of meer partijen moeten onderhandelen voor een coalitiemeerderheid. Dat verschil zit hem namelijk in de ingewikkeldheid van de onderhandelingen en daarmee de duur van de coalitieformatie. Het is een beetje anekdotisch bewijs, maar als we kijken naar de kabinetten onder premier Rutte, duurde de onderhandelingen voor die van Rutte II (VVD en PvdA) het kortst en voor die van Rutte III (VVD, CDA, D66 en CU) het langst.[13]

De vorige twee alinea’s schetsen een beeld waar je als lezer wellicht niet blij van wordt. Tegelijkertijd hoeft het allemaal niet zo lang te duren. Dit artikel gaat tenslotte over de kiesdrempel, een eventuele oplossing voor de lange coalitieformaties. Met de invoering van een verhoogde kiesdrempel komen er namelijk al gauw minder partijen in de Tweede Kamer, waardoor een coalitie makkelijker gevormd kan worden.[14] Wanneer bijvoorbeeld de zeven à acht kleinere partijen zouden wegvallen, worden de andere partijen groter door de verdeling van de resterende 15 zetels en komt men sneller aan een coalitiemeerderheid.[15] Met de verhoging van de kiesdrempel is echter niet alles opgelost, want met drie coalitiepartijen duurt een formatie vaak nog steeds lang. Dat komt door de regeerakkoorden die heel gedetailleerd zijn, dus het verkleinen van die regeerakkoorden is ook al een oplossing, wat oud-informateur Tjeenk Willink zegt.[16] Ook hangt er een groot nadeel aan een verhoging van de kiesdrempel. Nederland kent immers een zuiver stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Het verhogen van de kiesdrempel maakt de Tweede Kamer minder representatief volgens Staatscommissie-Remkes, omdat een verhoogde kiesdrempel de vertegenwoordiging minder evenredig maakt.[17] Bij een hogere kiesdrempel gaan ten opzichte van een lagere kiesdrempel namelijk veel meer stemmen verloren wanneer een partij de desbetreffende kiesdrempel niet haalt.[18] Hoe hoger de kiesdrempel, hoe schever de verhouding tussen de verdeling van zetels in de Tweede Kamer en de uitgebrachte stemmen dus wordt.

Ondanks de bezwaren van de Staatscommissie, zijn er de afgelopen jaren partijen gekomen met een betoog voor het invoeren van een verhoogde kiesdrempel. Met name het CDA en de VVD waren partijen die al in 2016 voor een verhoogde kiesdrempel pleitten. Het CDA is voor een kiesdrempel van 2% en de VVD voor een kiesdrempel van 5%.[19] Dit komt respectievelijk neer op 3 dan wel 7 of 8 zetels die een partij nodig heeft om in de Tweede Kamer te komen. Met de verhoogde kiesdrempel van de VVD zouden niet alleen de kleinere partijen wegvallen. Met een kiesdrempel van 7 zetels verdwijnen naast de partijen 50PLUS (0f Lianne den Haan – 1), BIJ1 (1), BoerBurgerBeweging (1), DENK (3), Groep-Van Haga (3), JA21 (3), SGP (3), FvD (5) en Volt (3) ook de ChristenUnie (5) en de PvdD (6).[20] Dit zou betekenen dat er in de Tweede Kamer geen dierenpartij of boerenpartij meer is. Dat is de impact die een verhoogde kiesdrempel kan maken. De vraag is welke kant de democratie van Nederland op moet gaan. Moet de politiek van Nederland kiezen voor een democratie met brede vertegenwoordiging of toch voor een democratie met daadkracht door makkelijkere formaties? Misschien heb je over die keuze als lezer nu ook wel een mening.

[1] E. van der Goot, ‘Ook Kaag en Hoekstra hebben wat uit te leggen; formatie verder op zijspoor’, NU.nl 22 april 2021, geraadpleegd op 10 mei 2021 van https://www.nu.nl/politiek/6129112/ook-kaag-en-hoekstra-hebben-wat-uit-te-leggen-formatie-verder-op-zijspoor.html.

[2] Er zijn door de landelijke verkiezingen, provinciale verkiezingen en de gemeenteraadsverkiezingen verschillende kiesdrempels waar aandacht aan kan worden besteed.

[3] M.C. Burkens, H.R.B.M Kummeling, B.P. Vermeulen & R.J.G.M. Widdershoven, Beginselen van de democratische rechtsstaat, Deventer: Wolters Kluwer 2017, p. 211.

[4] J.A. van Schagen, ‘Naar een nieuw kiesstelsel?’, AA 2002-5, p. 327.

[5] M.C. Burkens, H.R.B.M Kummeling, B.P. Vermeulen & R.J.G.M. Widdershoven, Beginselen van de democratische rechtsstaat, Deventer: Wolters Kluwer 2017, p. 211.

[6] Idem.

[7] Idem.

[8] ‘Definitieve uitslag verkiezingen: VVD 34 zetels, D66 24 en vier nieuwe partijen’, RTL Nieuws 26 maart 2021, geraadpleegd op 9 mei 2021 van rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5220644/kamerverkiezingen-2021-uitslag-gemeente. ‘Breuk in Forum voor Democratie: drie Kamerleden vertrekken en beginnen eigen fractie’, RTL Nieuws 13 mei 2021, geraadpleegd op 17 mei 2021 van https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5230792/wybren-van-haga-thierry-baudet-forum-democratie-zelfstandige.

[9] E. de Joode, ‘SGP in honderd jaar van zijlijn naar zeggenschap’, NOS 21 april 2018, geraadpleegd op 9 mei 2021 van https://nos.nl/artikel/2228349-sgp-in-honderd-jaar-van-zijlijn-naar-zeggenschap.

[10] Idem.

[11] D. Mebius, ‘Versplintering op Binnenhof compleet: recordaantal nieuwe partijen lijkt Kamer te halen’, Volkskrant 17 maart 2021, geraadpleegd op 9 mei 2021 van https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/versplintering-op-binnenhof-compleet-recordaantal-nieuwe-partijen-lijkt-kamer-te-halen~b7b7721e/.

[12] P. Winterman, ‘Gemor bij PvdA en GroenLinks over mogelijke kabinetsdeelname: ‘Lilianne, doe het niet!’’, AD 10 mei 2o21, geraadpleegd op 16 mei 2021 van https://www.ad.nl/politiek/gemor-bij-pvda-en-groenlinks-over-mogelijke-kabinetsdeelname-lilianne-doe-het-niet~a3051a07/.

[13] S. Frijters & X. van Uffelen, ‘Gemiddeld is Nederland elk jaar een maand stuurloos’, Volkskrant 19 maart 2021, geraadpleegd op 9 mei 2021 van https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/gemiddeld-is-nederland-elk-jaar-een-maand-stuurloos~b39d8b19/.

[14] R.J.B. Schutgens & J.J.J. Sillen, ‘Formatieperikelen’, AA 2011-1, p. 71.

[15] ‘Breuk in Forum voor Democratie: drie Kamerleden vertrekken en beginnen eigen fractie’, RTL Nieuws 13 mei 2021, geraadpleegd op 17 mei 2021 van https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5230792/wybren-van-haga-thierry-baudet-forum-democratie-zelfstandige.

[16] T. den Hartog, ‘Tjeenk Willink gooit het roer om: dunner regeerakkoord, niet praten over poppetjes’, AD 7 april 2021, geraadpleegd op 17 mei 2021 van https://www.ad.nl/politiek/tjeenk-willink-gooit-het-roer-om-dunner-regeerakkoord-niet-praten-over-poppetjes~afcb55a3/.

[17] G. Boogaard & J. Uzman, ‘KwartaalSignaal 151: Constitutioneel recht’, AAK 2019-1, p. 8871.

[18] M. Camps & W. van der Woude, ‘Kiesstelsels en coalitievorming’, AA 2012-12, p. 916.

[19] ‘VVD en CDA: Kiesdrempel om kleine partijen te weren’, RTL Nieuws 12 december 2016, geraadpleegd op 9 mei 2021 van https://www.rtlnieuws.nl/nederland/politiek/artikel/290996/vvd-en-cda-kiesdrempel-om-kleine-partijen-te-weren. H.P.A.M. van Arendonk, ‘Verkiezingsbeloften: maar wat wordt er waargemaakt?’, MBB 2017/02-01, p. 42.

[20] ‘50Plus verdwijnt uit de Kamer: Den Haan stapt op en neemt zetel mee’, NOS 6 mei 2021, geraadpleegd op 9 mei 2021 van https://nos.nl/artikel/2379612-50plus-verdwijnt-uit-de-kamer-den-haan-stapt-op-en-neemt-zetel-mee. ‘Breuk in Forum voor Democratie: drie Kamerleden vertrekken en beginnen eigen fractie’, RTL Nieuws 13 mei 2021, geraadpleegd op 17 mei 2021 van https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5230792/wybren-van-haga-thierry-baudet-forum-democratie-zelfstandige.