Lucia de Berk, in de media aangeduid als Lucia de B. of ‘Engel des Doods’, was werkzaam als verpleegkundige in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) te Den Haag. Toen op 4 september 2001 de ernstig zieke baby A. overleed, werden openlijk verdenkingen jegens Lucia geuit, omdat ze ‘wel erg vaak aanwezig was bij verdachte en onverklaarbare sterfgevallen en reanimaties’, aldus de directeur van het JKZ, Paul Smits. Niet de ouders van baby A., maar het JKZ heeft aangifte gedaan tegen Lucia.

Lucia werd op 13 december 2001 gearresteerd en op 18 juni 2004 veroordeeld voor 7 moorden en 3 pogingen tot moord. In eerste instantie kreeg zij levenslang en TBS. Later werd deze straf omgezet in levenslang zonder TBS, omdat de combinatie van de straf en de maatregel onmogelijk werd geacht door de Hoge Raad. TBS ziet immers op de voorbereiding op de terugkeer in de samenleving, hetgeen in beginsel onmogelijk is met een levenslange gevangenisstraf.

 

Bewijs en veroordeling

De veroordeling was hoofdzakelijk gebaseerd op de deskundige verklaring van professor F.A. de Wolff dat het overlijden van baby A. te wijten was aan een te hoge gehalte digoxine, een middel tegen hartfalen en hartritmestoornissen. Als tweede bewijsmiddel gold een passage uit het dagboek van Lucia, waarin zij beschreef dat ze de ‘compulsie’ voelde om tarotkaarten te leggen voor patiënten en dat zij zichzelf hiervan moest weerhouden en het geheim moest houden, omdat ze deze ‘alternatieve steun’ ongepast vond. Het Hof oordeelde naar aanleiding hiervan dat Lucia leugenachtig en geraffineerd was en leed aan een ‘compulsie tot doden’. Tot slot werd een waarschijnlijkheidsberekening gemaakt waaruit geconcludeerd werd dat de kans dat een verpleegkundige bij zoveel overlijdensgevallen dan wel reanimatiegevallen betrokken is, 1 op 342 miljoen is. Al het voorgaande leidde tot de bewezenverklaring van moord in de zaak van baby A. en diende tevens als schakelbewijs voor de overige zaken. Zo werden vele onbewezen zaken gestoeld op het bewijsmateriaal uit de eerste schijnbaar bewezen zaak.

Na de aangifte tegen Lucia werd door de vier ziekenhuizen waar Lucia had gewerkt een lijst opgesteld met 30 ‘moorden’. Merkwaardig is dat al deze sterfgevallen aanvankelijk schriftelijk als natuurlijke overlijdensgevallen waren verklaard, maar na de dood van baby A. op 4 september 2001 als medisch onverklaarbaar werden aangemerkt. Van deze lijst werd een aanzienlijk deel geschrapt, omdat Lucia onmogelijk betrokken kon zijn geweest daar ze niet in de buurt was. Van de overige sterfgevallen werd vrijwel automatisch aangenomen dat de doodsoorzaak niet natuurlijk was en dus moord moest zijn geweest.

Lucia werd tijdens de vele verhoren verteld dat ze strafvermindering zou krijgen indien ze schuld zou bekennen met bijvoorbeeld als motief dat ze de ernstig zieke kinderen had willen verlossen uit hun lijden. Ondanks de aanzienlijke strafvermindering die werd geboden, heeft Lucia nooit schuld bekend.

 

Herziening en vrijspraak

Metta de Noo, een verpleeghuisarts, had het vermoeden dat de medische diagnostiek in deze rechtszaak niet klopte en deed intensief onderzoek hiernaar. Toen meerdere onderzoeken haar vermoeden bevestigden, verzocht ze het OM de zaak te herzien. Het OM weigerde en De Noo startte in december 2005 samen met haar broer Ton Derksen  de actie “Licht voor Lucia”. In augustus 2006 diende Derksen een herzieningsverzoek in bij de Commissie Buruma voor toelating tot de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS), wat uiteindelijk leidde tot hernieuwd justitieel onderzoek. Op 7 oktober 2008 heropende de Hoge Raad de zaak tegen Lucia de Berk, omdat er twijfel was aan het bewijs op grond waarvan zij was veroordeeld.

Het statistische bewijs bleek foutief te zijn. Uit een nieuwe waarschijnlijkheidsberekening van professoren statistici Gill en Groeneboom kwam een kans van 1 op 25 in plaats van 1 op 342 miljoen, waar de uitspraak ondermeer op gebaseerd was. Ook het bewijs met betrekking tot de digoxinevergifting werd door meerdere deskundigen onjuist verklaard. Zo gaf Amitava Dasgupta, hoogleraar pathologie aan de universiteit van Houston en tevens expert op het gebied van digoxine, aan dat een digoxinevergiftiging onmogelijk de doodsoorzaak van baby A. geweest kon zijn vanwege de hoeveelheid digoxine in de lever en nieren, het snelle overlijden van de baby en de toestand waarin het hart van de baby zich verkeerde na overlijden. Het derde bewijsmiddel met betrekking tot Lucia’s ‘compulsie tot doden’ werd vrijwel gelijk weerlegd door het Pieter Baan Centrum, waar werd verklaard dat Lucia geen geestelijke stoornis had en dat de tarotkaarten pasten bij Lucia’s persoonlijkheid.

Lucia de Berk werd uiteindelijk op 14 april 2010, na ruim zes jaar onschuldig vast te hebben gezeten, vrijgesproken van alle aanklachten. Lucia ontving 45.000 euro schadevergoeding en een excuusbrief van minister van Justitie Hirsch Ballin.

 

Meld je nu aan voor de filmavond van magister JFT op dinsdag 3 mei a.s. om 18.30u (lokaal Cz005) om de film over de zaak Lucia de B. te zien. Het belooft een leerzame en interessante avond te worden, dus mis het niet! Meld je nu aan door een bericht te sturen naar [email protected].

NB: de filmavond is georganiseerd door de Eerstejaarscommissie, maar is toegankelijk voor studenten uit alle leerjaren. Iedereen is van harte welkom!  

Lucia de B poster met email

Vergeet het Facebookbericht bovendien niet te liken! Onder alle likes zullen wij het boek ‘Lucia de B. Levenslang en TBS’ geschreven door Lucia de Berk verloten.