N. de Ridder

De maatschappelijke diensttijd: een aantal maanden verplicht werken in bijvoorbeeld een zorginstelling of het leger. Het plan voor een maatschappelijke dienstplicht kwam in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 al sterk naar voren. Vooral het CDA besteedde er aandacht aan, maar ook PvdA, PVV, ChristenUnie, SGP, VNL (inmiddels opgeheven) en Nieuwe Wegen waren voor.[1] Maar is dit, vanuit jongeren gezien, wel zo’n goed idee?

Ad Warnink van de jongerenafdeling van het CDA stelt dat de diensttijd ingesteld wordt met het idee dat jongeren iets terugdoen voor de maatschappij. Daarnaast is het ook een manier om jongeren van de straat te houden en zo ‘straatterreur’ te voorkomen. Volgens Jan Roos, voormalig lijsttrekker van VNL, moet de diensttijd jongeren discipline bijbrengen en hen leren hoe ze opdrachten uitvoeren.

Uit onderzoek blijkt dat momenteel al ongeveer de helft van de jongeren tussen de 15 en 25 jaar zich weleens inzet als vrijwilliger. Toch wordt dit ervaren als iets heel anders dan een ‘diensttijd’. Een groot deel van de jongeren ziet hier niets in. Toch blijkt uit een brief van staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) dat de maatschappelijke diensttijd volgend jaar zomer al van start gaat. De conclusie na gesprekken met jongeren is dat zij zich vooral druk maken over prestatiedruk, niet iedereen gemotiveerd is om deel te nemen aan de diensttijd en dat het nog onduidelijk is wat deze diensttijd eigenlijk voor hen inhoudt. Volgens geraadpleegde jongeren zou een diensttijd, wanneer deze er komt, flexibel moeten zijn en moeten aansluiten bij hun interesses. Ook zou deze leerzaam moeten zijn en hen erkenning opleveren. Of dit allemaal het geval gaat zijn, blijft nog de vraag.[2]

Onderzoeker Stan Meuwese nam het in 2017 al op voor sceptische jongeren. Hij stelt dat zoiets als een maatschappelijke dienstplicht helemaal niet mag en dat het daarnaast ook helemaal niet mogelijk is. Het zou zo grootschalig worden, dat het helemaal niet meer te regelen is. [3]

Vanuit alle hoeken klinken sceptische geluiden, maar staatssecretaris Blokhuis blijft positief. Hij ziet het als een mooie uitdaging om jongeren uiteindelijk toch positief te krijgen over maatschappelijke diensttijd. Hij denkt dat jongeren nu nog denken van ‘wat is dit?’, maar over een tijdje wel enthousiast zou kunnen worden en dan ook mee zou willen denken over hoe je zo’n periode in kan richten. Hij zou dan blij verrast zijn en jongeren ook de leiding willen geven bij de uitwerking van zijn plan. [4]

Over een paar maanden wil Blokhuis dan ook proefprojecten met vrijwilligerswerk voor jongeren starten om hun meer bekend te maken met het fenomeen ‘vrijwilligerswerk’. Jongeren zien momenteel zoals eerder vermeld nog niet het nut in van een maatschappelijke diensttijd, ze zijn vooral bang dat ze studievertraging oplopen of dat ze geen tijd meer hebben voor een bijbaantje. Door de proefprojecten wil Blokhuis een manier vinden waarop vrijwilligerswerk wél aantrekkelijk wordt gevonden. [5]

Al met al moet het idee van een maatschappelijke dienstplicht nog veel beter uit worden gewerkt voordat kan worden gezien of jongeren er brood in zien of niet.

[1] https://nos.nl/op3/artikel/2159875-maatschappelijke-dienstplicht-voor-jongeren-goed-idee.html

[2] https://www.ad.nl/politiek/maatschappelijke-diensttijd-leeft-niet-onder-jongeren~a11a684a/

[3] https://nos.nl/op3/artikel/2159875-maatschappelijke-dienstplicht-voor-jongeren-goed-idee.html

[4] https://wnl.tv/2018/04/12/jongeren-hebben-weinig-trek-in-maatschappelijke-dienstplicht-wat-is-dit/

[5] https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/2018/04/jongeren-vinden-diensttijd-steeds-onaantrekkelijker