De rellen en plunderingen rondom de avondklok van eind januari liggen nog vers in ons geheugen.  Het openbaar ministerie Oost- Brabant probeert alle schade op verdachten te verhalen. Politici willen dit ook en pleiten zelfs voor een taakstrafverbod. [1] Het idee voor een taakstrafverbod is niet nieuw. 14 juli 2020 maakt men voor het eerst kennis met een nieuw wetsvoorstel: ‘Wet uitbreiding taakstrafverbod’. Met dit voorstel wordt het huidige taakstrafverbod voor geweld- en zedenmisdrijven uitgebreid. De uitbreiding houdt in dat het verbod nu ook elke vorm van fysiek geweld tegen personen met een publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of de veiligheid betrekt. [2] Net na de avondklokrellen eind januari, heeft de Tweede Kamer op 2 februari 2021 ingestemd met het wetsvoorstel Wet Uitbreiding Taakstrafverbod. Of de Eerste Kamer ook instemt met het voorstel is nog even afwachten.

De voornaamste reden dat men een uitbreiding op het reeds bestaande taakstrafverbod wil is het toenemende geweld tegenover hulpverleners. Echter vragen veel mensen zich af of deze nieuwe wet wel doeltreffend en niet te ingrijpend is. Zou het kabinet in zake deze wel op zoek zijn naar een diepere sociologische achtergrond omtrent manieren van straffen? Of is niemand, zoal Rutte bij de rellen zei ‘niet geïnteresseerd in een diepere sociologische betekenis, omdat hij geen socioloog is’?

De Raad van State stelt haar vragen bij de motivering en effectiviteit van de maatregel. Zo concluderen zij dat er reeds een mogelijkheid is om geweld tegen mensen met een publieke taak tegen te gaan. Omtrent de effectiviteit ziet de Raad dat er nu door rechters naar passende maatregelen wordt gezocht, gelet op persoonlijke situaties van slachtoffers, dit leidt vaak tot een lichtere strafoplegging. De vraag is of deze wet dit gaat veranderen. Mocht de Wet Uitbreiding Taakstrafverbod dit wel veranderen trekt de Raad van State de proportionaliteit van het wetsvoorstel in twijfel. Is het wel gepast om iemand bij een licht vergrijp een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen? Verder erkent de Raad van State dat een aanpak zoals een taakstraf en een geldboete, of een geldboete en een voorwaardelijke celstraf, de kans op recidive verkleint. [3]

Naast de Raad van State heeft de Raad voor de rechtspraak ook advies gegeven omtrent het wetsvoorstel Wet uitbreiding taakstrafverbod. Dit adviesorgaan raadt ook af dit wetsvoorstel aan te nemen.
Wat de Raad voor de rechtspraak wel begrijpt is dat er een oplossing moet komen voor het toenemende geweld tegenover hulpverleners. Zij zien geen reden of noodzaak om het huidige taakstrafverbod uit te breiden. De Raad vindt dat de wet in strijd is met de straftoemetingsvrijheid van een rechter. Dit resulteert er in dat het voorstel te weinig ruimte aan een rechter geeft, om bijzondere omstandigheden bij een dader mee te wegen. Rechters geven aan dat op dit moment en zelfs al voor het huidige taakstrafverbod, zoals neergelegd in artikel 22b strafrecht, voldoende evenwichtig straf opgelegd wordt. Verder geeft de Raad aan dat de ene mishandeling de andere niet is. Het voorstel maakt hier geen enkel onderscheid in. Dit terwijl zware mishandeling al lang opgenomen is in de wet en bestraft wordt met gevangenisstraffen. Ook zegt de Raad voor de rechtspraak dat bij delicten gepleegd tegenover personen die een publieke taak uitvoeren in het kader van de handhaving van orde en veiligheid de straf vaak verhoogd wordt met 33% tot 100%. [4]

Al met al zijn de beide Raden die advies geven over wetsvoorstellen niet enhousiast over de Wet uitbreiding taakstrafverbod. Zij raden deze wet zelfs af. De Raad van State is niet te spreken over de wet, omdat zij hem niet effectief en of proportioneel vindt. De Raad voor rechtspraak raadt het voorstel af omdat het overbodig is. Overbodig, omdat zij al zwaarder straffen wanneer het aankomt op delicten rondom hulpverleners. Ook zegt de Raad voor de rechtspraak dat hun straftoemetingsvrijheid aan banden wordt gelegd, wat niet de bedoeling zou moeten zijn.
De Tweede Kamer heeft al voor het wetsvoorstel gestemd. De vraag is nu of de Eerste Kamer dit ook gaat doen. Misschien houdt de Eerste Kamer meer rekening met de adviezen van de Raad van State en de Raad voor de rechtspraak.
Hetgeen wel als een paal boven water staat is dat iedereen graag een afname zou zien in het aantal geweldplegingen tegenover hulpverleners.

 

[1] OM Oost-Brabant, Twitter 27 januari 2021, www.twitter.com/OM_OostBrabant

[2] Memorie van Toelichting Tweede Kamer, 2019-2020, 35528 nr.3

[3] Wet uitbreiding taakstrafverbod, kamerstukken II 2019/20 35528, nr 4

[4] Raad voor de rechtspraak afdeling strategie, Advies Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen bij geweld tegen personen met een publieke taak (uitbreiding taakstrafverbod), 4 december 2019