In veel landen worden tot op de dag van vandaag de mensenrechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en intersekse personen geschonden of staan deze onder druk.[1] De wijze van schending van deze rechten is uiteenlopend en omvat onder andere discriminatie, marteling, gevangenschap en in sommige landen zelfs de doodstraf. Door Nederland wordt er bescherming geboden aan mensen die hun land verlaten wegens hun seksuele geaardheid.[2]

Asielbeoordeling in Nederland

In Nederland is de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) de uitvoeringsorganisatie van het vreemdelingenbeleid. Het beleid wordt vastgesteld door de Eerste en Tweede kamer en vloeit mede voort uit verdragen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Broekers-Knol is verantwoordelijk voor het werk van de IND.

Een ambtenaar van de IND dient te beoordelen of het verhaal van een asielzoeker geloofwaardig is, hetgeen niet gemakkelijk is. De IND geeft met betrekking tot LHBTI-asielzoekers uitgebreid de gelegenheid om te verklaren over de gestelde seksuele geaardheid en de situatie in het land van herkomst. Het kan echter voor de IND lastig zijn om een beoordeling te maken. Dit omdat de innerlijke identiteit van de asielzoeker vanaf buiten moeilijk te bepalen is. In Nederland is de beoordeling van de aanvraag gericht op het verhaal dat de asielzoeker zelf vertelt. Daarbij wordt er in Nederland geen gebruik gemaakt van medische tests of video-opnamen die dienen als ‘bewijs’. Hiervan wordt ook geen gebruik gemaakt als de asielzoeker zelf met materiaal komt ter ondersteuning van zijn verhaal.[3]

Te kort door de bocht?

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in een zaak waarbij de staatssecretaris geweigerd heeft asiel te verlenen aan een man die is gevlucht uit Nigeria. De man heeft in Nederland asiel aangevraagd omdat hij in Nigeria betrapt werd met zijn partner. De staatssecretaris was niet overtuigd van de homoseksualiteit van de man. De weigering van het asiel was vooral gebaseerd op de verklaringen die de man had afgelegd tijdens de asielprocedure. Daarentegen werd er minder belang gehecht aan de feitelijke informatie die de man had ingediend. Deze feitelijke informatie bestond onder andere uit een toegangsbewijs en bankafschrift van een homosauna. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de staatssecretaris geen doorslaggevend gewicht hoefde toe te kennen omtrent de ingediende feitelijke informatie om zijn seksuele geaardheid aannemelijk te maken. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak is dit echter te kort door de bocht.

Beoordeling door de Raad van State

De eigen verklaringen van een asielzoeker zijn van groot belang. Echter, ook feitelijke informatie kan als ondersteunend bewijs dienen wanneer dit niet in strijd is met menselijke waardigheid. Feitelijke informatie kan er juist toe leiden dat een asielzoeker toch zijn seksuele geaardheid aannemelijk kan maken. De Raad van State heeft deze beoordeling in rechtsoverweging 3.3 als volgt beschreven:

Rechtsoverweging 3.3.

Overgelegde stukken zijn dus op zichzelf bezien zelden overtuigend bewijs van een gestelde seksuele gerichtheid, maar een vreemdeling kan hiermee wél, onder bepaalde omstandigheden, ondersteunend bewijs leveren van zijn verklaringen over bepaalde thema’s die bij de integrale beoordeling van belang zijn, zoals de activiteiten in Nederland of het hebben van een homoseksuele relatie (…)[4]

 

De staatssecretaris moet op basis van een integraal geloofwaardigheidsbeoordeling maken waarbij de eigen verklaringen en de ingediende informatie tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Daarnaast dient de staatssecretaris altijd te motiveren hoe er rekening wordt gehouden met de ingediende informatie.[5]

Wat verandert dit in de asielprocedure?

De staatssecretaris heeft de feitelijke informatie ter zijde geschoven zonder motivering. De Raad van State is van oordeel dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd hoe de overgelegde stukken al dan niet afzonderlijk, samen en in het licht met de overige verklaringen heeft gewaardeerd. De staatssecretaris moet een nieuw besluit nemen waarin duidelijk wordt gemaakt waarop de beoordeling van de geloofwaardigheid van de feitelijke informatie is gebaseerd. Deze informatie dient afgewogen te worden tegen de andere verklaringen in het dossier.

[1] Amnesty International, ‘LHBTI’s, homofobie en homohaat’, geraadpleegd via: https://www.amnesty.nl/encyclopedie/homoseksuelen-homofobie-homohaat

[2] IND, ‘Homoseksualiteit in veel landen nog problematisch’, geraadpleegd via: https://ind.nl/over-ind/achtergrondthemas/Paginas/Homoseksualiteit-in-veel-landen-nog-problematisch.aspx

[3] IND, ‘Wat doet de IND’, geraadpleegd via: https://ind.nl/over-ind/Paginas/Wat-doet-de-IND.aspx

[4] ECLI:NL:RVS:2021:1754.

[5] Raad van State, ‘Verduidelijking hoe staatssecretaris bewijs moet beoordelen bij asielverzoeken lhbti+’ers’, geraadpleegd via: https://www.raadvanstate.nl/@126413/bewijs-beoordelen-asielverzoeken-lhbti/