De zogenaamde ‘klimaatzaak van de eeuw’ krijgt een vervolg. Royal Dutch Shell (hierna: Shell) bevestigde op 20 juli 2021 dat zij in hoger beroep gaat tegen de spraakmakende uitspraak van de rechtbank Den Haag.[1] In de desbetreffende zaak heeft de rechtbank bevolen dat Shell tegen het jaar 2030 haar CO2 uitstoot met netto 45% dient te hebben verminderd ten opzichte van het niveau van 2019. Volgens Shell is een dergelijke rechterlijke uitspraak niet effectief omdat het enkel haar bedrijf raakt. Zij pleit dan ook voor de vernietiging ervan. In dit artikel zal worden ingegaan op het verloop van de zaak en de kansen voor Shell in hoger beroep. Dit in het licht van het mondiale probleem van onze tijd, klimaatverandering.

Lezer, u vraagt zich wellicht af waarom expliciet dient te worden vermeld dat dit artikel ziet op klimaatverandering. Is dit niet vanzelfsprekend? Het antwoord op deze vraag is mijns inziens: nee. Rechtszaken met de zorg voor het klimaat als feitelijk onderwerp, hebben de reputatie om in een veel bredere maatschappelijke discussie uit te monden. Denk bijvoorbeeld aan de veelbesproken Urgenda-zaak die feitelijk ging over het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen door de overheid, maar eveneens een ware rel over het functioneren van de trias politica ten gevolge had.[2] Ook Shell voerde primair geen inhoudelijk verweer, maar beriep zich op eventuele niet-ontvankelijkheid van de eisende partijen (veelal verenigingen en stichtingen met de bescherming van het milieu als statutair doel).[3] Dit verweer bleek niet succesvol, bijna alle eisende partijen werden ontvankelijk verklaard in hun vordering en een inhoudelijke beoordeling kon plaatsvinden.[4]

Voordat het concept van klimaatverandering zal worden besproken in een nationaal juridische context, is het op zijn plaats om te bespreken waarom klimaatverandering nu precies een probleem is. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het klimaatpanel van de Verenigde Naties en onderscheidt vijf redenen tot zorg naar aanleiding van klimaatverandering. Het gaat respectievelijk om het verdwijnen van ecosystemen, het optreden van extreme weersomstandigheden, een ongelijke verdeling van de gevolgen van klimaatverandering (waarbij ontwikkelingslanden het hardst worden getroffen[5]), elkaar versterkende gevolgen (verlies aan biodiversiteit heeft op haar beurt weer invloed op de economie) en grootschalige enkelvoudige gebeurtenissen, ook wel aangeduid als ‘tipping points’.[6] Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan het ontdooien van het permafrost in Siberië.[7]

Het is onder wetenschappers vrijwel algemeen geaccepteerd dat de gevolgen van klimaatverandering voor menselijke beheersing vatbaar blijven zolang de aarde met niet meer dan 2 graden opwarmt ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Op dit moment is er volgens de berekeningen ongeveer ⅔ kans dat deze doelstelling wordt gehaald.[8] Dit was onder andere reden voor de rechtbank Den Haag om Shell te wijzen op haar ongeschreven zorgverplichting. De rechtbank zoekt aansluiting bij de kelderluikcriteria en veroordeelt Shell onder andere omdat zij een grote speler op de markt is, haar CO2-uitstoot groter is dan die van vele staten, er sprake is van dreiging van grote schade en omdat nú ingrijpen minder bezwaarlijk is dan het later bestrijden of ongedaan proberen te maken van klimaatverandering. Bovendien is er ondertussen jurisprudentie waaruit blijkt dat klimaatverandering daadwerkelijk een inbreuk maakt op mensenrechten.[9] Het gevolg van dit alles: Shell verliest groots in eerste aanleg.

Nu zal naar verwachting het hoger beroep in 2022 op de rol staan, en Shell scherpt haar verdediging aan. Zij brengt ditmaal de details van haar onlangs uitgekomen Powering Process-strategie mee naar het gerechtshof. In dit rapport zet Shell uiteen dat zij streeft naar de uitstoot van netto nul emissies. Dit betekent niet dat de aandeelhouders van plan zijn om in de nabije toekomst hun eigen bedrijf op te doeken, maar dat zij zoeken naar manieren waarop emissies weer kunnen worden opgevangen en opgeslagen wanneer zij eenmaal zijn uitgestoten. Denk hierbij aan technologische ontwikkelingen zoals Direct Air Capture, maar ook aan natuurlijke oplossingen, zoals het planten van meer bomen die op hun beurt weer meer CO2 opslaan.[10] Verder geeft Shell in haar rapport aan dat zij ernaar streeft om in 2030 20% minder CO2 uit te stoten. (vergelijk dit met de 45% waarop de rechtbank het bevel heeft gericht) en 100% vermindering tegen 2050.[11]

Zal het uitgebrachte Powering Progress rapport nu van wezenlijke invloed zijn op de rechtspositie van Shell in hoger beroep? Ik verwacht zelf van niet. Niet alleen is de door Shell beoogde vermindering van CO2 uitstoot aanzienlijk lager dan hetgeen de rechtbank heeft bevolen, ook staat het rapport vol met termen als ‘we seek’, ‘we expect’ en ‘we have set targets’. Klimaatverandering is nu al een dreigend probleem, en daarom is het belangrijk om op dit moment in te grijpen. Deze notie zette er de rechtbank in eerste aanleg toe om al een bevel uit te vaardigen vóórdat de daadwerkelijke schade is ingetreden. Als het hof deze afweging nogmaals maakt, dan zal het door Shell ingebrachte rapport nauwelijks van invloed zijn op de kelderluikcriteria (de mate van dreigende schade is onveranderd, de maatregelen zijn nog even bezwaarlijk nadat deze in een rapport zijn uiteengezet en Shell is nog steeds een grote speler binnen de betreffende markt). Wat mij betreft is het dan ook te verwachten  dat het hof eveneens constateert dat er op Shell een zorgverplichting rust. Dit met de hieruit voortvloeiende verantwoordelijkheden van dien.

Het is erg belangrijk om het probleem van klimaatverandering op te lossen en het inroepen van de onafhankelijke rechter valt mijns inziens alleen maar toe te juichen. Echter, het mag niet worden miskent dat klimaatverandering ook een erg complex probleem is en daarmee controversieel. Ik wil dit artikel dan ook niet afsluiten zonder het standpunt van Shell te belichten. Zij heeft immers volledig gelijk in haar stelling dat een rechterlijk bevel tegen één CO2-uitstoter het klimaat niet gaat redden. Ondanks het feit dat Shell een enorme naam is binnen deze industrie, is zij als concern (slechts) verantwoordelijk voor ongeveer 1,5% van de wereldwijde CO2 uitstoot.[12] Hierbij komen andere factoren kijken die de rol van Shell nog eens mitigeren. Zo wordt de invloed van het rechterlijk bevel tenietgedaan wanneer landen als China en Brazilië doorvaren op hun huidige koers, en is de CO2 uitstoot slechts een onderdeel van het meeromvattende klimaatprobleem. Denk bijvoorbeeld aan de urgente staat van het tropisch regenwoud of de vervuiling van de oceanen.

Al met al, Shell gaat in haar eentje niet bepalen of we al dan niet een schonere toekomst tegemoet gaan. Haar stelling dat een rechterlijk bevel tegen haar bedrijf daarmee niet effectief is, lijkt mij echter niet juist. Een dergelijke uitspraak draagt immers bij aan een voorbeeldfunctie vanuit Nederland om nu eens daadwerkelijk het probleem aan te pakken. Ook kan de aanpak tegen één bedrijf een kettingreactie (lees: precedentwerking) ten gevolge hebben en zodoende resulteren in brede verbondenheid. Het verdere verloop van deze zaak is dan uiterst interessant en van wezenlijk belang. Dit gezegd hebbende lijkt het mij niet juist om nu al te spreken van ‘de klimaatzaak van de eeuw’. De eeuw is immers nog jong en de daadwerkelijke impact van klimaatverandering zal pas in de toekomst duidelijk zichtbaar worden. Het is aan het eind van deze eeuw tijd om te bezien wat de belangrijkste stappen in de strijd tegen klimaatverandering zijn geweest, en of deze al dan niet toereikend waren om als kantelpunt te fungeren.

 

[1] https://www.shell.nl/media/persberichten/media-releases-2021/shell-bevestigt-hoger-beroep-in-klimaatzaak.html

[2] https://www.openrecht.nl/commentaar/ff80935b-74b7-4fda-9331-54950fb60b26/

[3] Milieudefensie en Greenpeace Nederland zijn noemenswaardig.

[4] De ontvankelijkheid van dit soort eisende partijen is o.m. een hot topic binnen het bestuursrecht. Zie o.m. HvJ EU 14 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:7 (Varkens in Nood).

[5] De term ‘klimaat ongelijkheid’ wordt hier ook wel voor gebruikt.

[6] Rb. Den Haag, 26 mei 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:5337, r.o. 2.3.5.

[7] https://www.nature.com/articles/d41586-019-03595-0

[8] Rb. Den Haag, 26 mei 2021, ECLI:RBDHA:2021:5337, r.o. 2.3.3. e.v.

[9] HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006, r.o. 5.7.9. jo. 5.6.2.

[10] Dit concept wordt overzichtelijk uitgelegd in het volgende filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=XxjNhLZCae0

[11] Hiervoor wordt 2016 als maatstaf gebruikt.

[12] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/hoeveel-co2-uitstoot-scheelt-het-intomen-van-shell~b685bf11/