K. Verberne

Wat is er gebeurd?

Op 5 mei 2018 zijn in Den Haag drie personen neergestoken door een man met een mes. Als gevolg van deze actie hebben de neergestoken personen zwaar lichamelijk letsel opgelopen.  De man met het mes werd door de politie in zijn been geschoten en aangehouden door een arrestatieteam. Uit het verhoor kwam naar voren dat het ging om de 31- jarige Syriër Malek F. die een bekende bleek te zijn van de politie en hulpverleningsorganisaties wegens verward gedrag.[1]

De familie van Malek F. maakte op 17 mei 2018 bekend aangifte te doen tegen de GGZ- instelling Parnassia waar Malek F. was opgenomen omdat zij vinden dat de GGZ- instelling schuld draagt voor het zwaar lichamelijk letsel van de slachtoffers (art. 308 Sr). De advocaat van Malek F. vindt dat de GGZ- instelling Malek F. tegen zichzelf had moeten beschermen en hem niet zo snel had moeten vrijlaten. Tussen zijn ontslag uit de GGZ- instelling en de steekpartij heeft de broer van Malek F. de GGZ- instelling nog gewaarschuwd maar dit bleek tevergeefs.[2]

De vraag is nu of de GGZ- instelling Parnassia strafrechtelijk vervolgd kan worden voor het zwaar lichamelijk letsel dat aan de slachtoffers is toegebracht door Malek F. Deze vraag zal ik in het onderstaande gaan onderzoeken.

Juridisch kader

De familie van Malek F. beschouwt de GGZ- instelling Parnassia als functioneel dader van het gepleegde delict. Functioneel daderschap creëert de mogelijkheid om natuurlijke personen en rechtspersonen aansprakelijk te stellen voor gedragingen die feitelijk door anderen zijn verricht.[3] Verder volgt uit art. 51 Sr dat een rechtspersoon kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de gedraging redelijkerwijs aan hem kan worden toegerekend.

Om te bekijken of de gedraging redelijkerwijs aan de rechtspersoon GGZ- instelling Parnassia kan worden toegerekend moet worden gekeken naar de criteria uit HR Drijfmest. Een belangrijk oriëntatiepunt hierbij is of de gedraging heeft plaatsgevonden in de sfeer van de rechtspersoon. Daarbij moet o.a. gekeken worden of de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon en of de rechtspersoon over de gedraging kon beschikken en aanvaarden (HR IJzerdraad).[4]

De GGZ- instelling Parnassia is een psychiatrische instelling waarin mensen met psychische problemen worden behandeld middels toegepaste wetenschap. Een GGZ- instelling zoals Parnassia heeft te maken met een protocol dat vertelt wanneer een patiënt zoals Malek F. mag worden vrijgelaten. Onderzocht zal moeten worden of dat protocol correct is nageleefd. Ik kan mij voorstellen dat dit protocol voorschrijft dat patiënten moeten blijven als er een risico bestaat op geweldsexplosies. Het lijkt mij lastig om deze risico´s in te schatten. Als de GGZ- instelling bij Malek F. het protocol heeft nageleefd en in het verleden niet bij herhaling patiënten heeft vrijgelaten die vervolgens ernstig strafbare feiten begingen, denk ik niet dat de gedraging van Malek F. past binnen de normale bedrijfsvoering van de GGZ- instelling Parnassia.

De rechtspersoon GGZ kon over de gedraging beschikken in de zin dat zij zeggenschap hadden over het al dan niet laten plaatsvinden van de vrijlating van Malek F. Het gaat naar mijn idee echter te ver om te stellen dat de GGZ- instelling Parnassia de strafbare gedraging daarmee ook heeft aanvaard. Het spreekt voor zich dat de GGZ- instelling niet met de strafbare gedraging van Malek F. heeft ingestemd. Men heeft geen rekening gehouden met zulk extreem geweld.

Op grond van bovenstaande vind ik dat de strafbare gedraging niet past in de sfeer van de rechtspersoon waarmee de GGZ- instelling Parnassia niet vervolgd kan worden voor zwaar lichamelijk letsel door schuld (art. 308 Sr).

[1] Verwarde man steekt drie mensen neer bij Hollands Spoor in Den Haag, NOS 5 mei 2018,

https://nos.nl/artikel/2230481-verwarde-man-steekt-drie-mensen-neer-bij-hollands-spoor-in-den-haag.html

[2] Familie Haagse steker Malek F. doet aangifte tegen GGZ- instelling, NOS 17 mei 2018, https://nos.nl/artikel/2232231-familie-haagse-steker-malek-f-doet-aangifte-tegen-ggz-instelling.html

[3] Mr. J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: 2015, p.159

[4] Mr. J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: 2015, p.181