Vorig jaar heb ik vijf maanden stage mogen lopen bij de rechtbank Rotterdam, binnen het team haven en handel. De rechtbank Rotterdam is onderdeel van de overheidsorganisatie Rechtspraak. De rechtbank Rotterdam heeft twee locaties, Dordrecht en Rotterdam, en heeft ongeveer 1000 werknemers. Jaarlijks worden er zo’n 220.000 zaken behandeld.

Tijdens mijn stage heb ik verschillende werkzaamheden uitgevoerd. De eerste week van mijn stage stond in het teken van meelopen en zoveel mogelijk zittingen bijwonen om te kijken hoe het er ter zitting aan toe gaat. Al snel kreeg ik mijn eerste dossier, een verzoekschrift tot heropening vereffening. Binnen twee weken werd ik als griffier ingezet op zittingen en stelde ik het proces-verbaal zelfstandig na afloop op. Daarnaast heb ik nog meer werkzaamheden uitgevoerd, zoals het voorbereiden van overleggen en jurisprudentie onderzoek doen. Maar mijn voornaamste werkzaamheden waren het behandelen van binnengekomen boek 2 BW verzoekschriften en als griffier optreden tijdens zittingen.

In boek 2 BW zijn meerdere verzoekschriftprocedures te vinden. Voorbeelden hiervan zijn omzetting van een rechtspersoon (art. 2:18 BW), ontbinding van een stichting (art. 2:301 BW) en heropening van de vereffening van een rechtspersoon en benoeming van een vereffenaar (art. 2:23c BW). Wanneer een dergelijk verzoekschrift binnen kwam, kwam het bij mij terecht en bestudeerde ik het dossier. Ik lette hierbij op of aan de vereisten van het indienen van het verzoekschrift was voldaan, bijvoorbeeld of het verzoekschrift was ingesteld door een advocaat, of het verzoek aan de juiste rechtbank is toegestuurd en of het verzoek is ingediend namens een belanghebbende. Na bestudering van het dossier maakte ik een memo op voor de behandelende rechter om te kijken of het verzoekschrift mondeling behandeld diende te worden (oftewel of er een zitting voor gepland moest worden) of dat het direct afgedaan kon worden, met andere worden dat er zonder een zitting een beschikking (beslissing) kon volgen. Indien het verzoek mondeling behandeld diende te worden, dan was ik de griffier tijdens de zitting. De beslissing van het verzoekschrift wordt een beschikking genoemd. De conceptbeschikking stelde ik ook zelfstandig op waarna de rechter eventueel nog enkele aanpassingen maakte. In de conceptbeschikking nam ik alle relevante gegevens voor het oordeel van de rechtbank op, de motivatie van de rechtbank en het oordeel.

Ongeveer twee keer per week was ik griffier tijdens een zitting. De zittingen waren meestal comparities na antwoord. Nadat de gedaagde partij de conclusie van antwoord heeft ingediend is het vaste praktijk dat een comparitie wordt gepland, de comparitie na antwoord. De comparitie van partijen heeft twee functies: het beproeven van en schikking en het geven van inlichtingen aan de rechter (zie art. 87 en 88 Rv). Van de comparitie wordt een proces-verbaal opgemaakt. Dit kan tijdens de zitting gebeuren maar met instemming van partijen kan dit ook achteraf. De griffier, ik dus, maakt tijdens de zitting aantekeningen. Hierbij is het belangrijk dat je snel kan typen en dat je kan onderscheiden wat relevant is voor de betreffende zaak en wat minder relevant is. Om dat onderscheid te kunnen maken is het van belang dat je het dossier kent. Voor de zitting las ik altijd het dossier ter voorbereiding. In de meeste gevallen maakt de griffier het concept proces-verbaal na afloop op. De rechter kijkt het na en na tekening door de rechter en de griffier wordt het binnen twee weken aan partijen toegezonden.

Aan het einde van mijn stage heb ik ook nog een conceptvonnis mogen opstellen. Hier heb ik heel erg veel van geleerd. Sindsdien kijk ik ook anders naar dossiers wanneer ik ze voorbereid voor zittingen. Je kijkt sneller naar punten als waar partijen overeenstemming over hebben en waar partijen ver uit elkaar liggen. Dit zijn namelijk belangrijke punten voor een vonnis om dat helder te hebben. Ik ben dan ook erg blij dat ik dit nog heb kunnen doen.

Ik heb ontzettend veel geleerd bij de rechtbank Rotterdam. Allereerst op het gebied van het recht, voornamelijk het procesrecht. Je bent natuurlijk erg veel bezig met het procesrecht en dat was eerlijk gezegd alweer een beetje weggezakt sinds mijn laatste jaar van de bachelor, terwijl burgerlijk procesrecht erg belangrijk is in de praktijk als je bijvoorbeeld een baan in de advocatuur of bij de rechterlijk macht ambieert. Verder vond ik het ook erg leerzaam om zoveel zittingen mee te mogen maken. Hier leer je op verschillende fronten veel van. Mijn stageperiode heeft mij duidelijk gemaakt hoe weinig je eigenlijk leert op de universiteit en hoe waardevol een praktijkervaring is. Na mijn stage heb ik er ook nog een leuk bijbaantje als buitengriffier bij de rechtbank aan over gehouden. Ik raad het iedereen aan om stage te lopen bij de rechterlijke macht. Zeker als je geïnteresseerd bent om de advocatuur in te gaan is het een hele waardevolle ervaring omdat je erg veel zittingen bijwoont en veel procesdossiers leest.