De laatste tijd zijn er steeds meer uitspraken te vinden in echtscheidingsprocedures waarin social media, zoals Facebook, de beslissing van de rechter beïnvloeden. Hieronder volgen een aantal recente voorbeelden.

Rechtbank Overijssel 9 september 2014

Na de echtscheiding van de man en de vrouw zijn beiden belast met het gezag over het gezamenlijke kind. Wegens gezinsproblemen is het kind na de echtscheiding onder toezicht gesteld van jeugdzorg. De vader van het kind weigert echter elke vorm van medewerking aan projecten van jeugdzorg om de situatie voor het kind te verbeteren. De moeder verzoekt daarom om haar alleen met het gezag te belasten. De kinderrechter is van mening dat het noodzakelijk is dat de ouders op een behoorlijke wijze met elkaar kunnen communiceren, zodat dat zij belangrijke beslissingen betreffende het kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen. Een goed contact kan immers voorkomen dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De kinderrechter oordeelt in onderhavige zaak dat de communicatie tussen de ouders ernstig is verstoord. De kinderrechter hecht daarbij grote waarde aan de uitlatingen van de vader op Facebook. Hij heeft een aantal keer frustraties over de situatie tussen hem, zijn ex-vrouw en zijn kind op het social media kanaal gedeeld. De kinderrechter is van oordeel dat de vader zich daarbij op een onvolwassen en zeer negatieve wijze heeft uitgelaten over de moeder en Bureau Jeugdzorg. De vader verwijt de moeder dat zij een spel met hem speelt met het kind als inzet en dat zij het kind manipuleert en indoctrineert. Hij noemt de moeder een aantal keren een monster en hij beticht haar van leugens. Deze grove beschuldigingen op Facebook leiden tot een verstoorde verstandhouding tussen de vader en de moeder. De kinderrechter ontzet de vader daarom uit het gezag en wijst het gezag over het kind aan de moeder alleen toe.[i]

 

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 19 maart 2015

Op de Facebookpagina van een vrouw is de relatiestatus gewijzigd in ‘gehuwd’. Ook in andere Facebookberichten van de vrouw komen de woorden ‘married’ en ‘wife’ voor. De ex-man van deze vrouw voerde voor de rechtbank aan dat zijn partneralimentatieplicht op grond van artikel 1:160 BW is komen te vervallen omdat de vrouw hertrouwd is. Naar aanleiding van de Facebookberichten van de vrouw heeft de rechtbank geoordeeld dat haar recht op partneralimentatie inderdaad verloren is gegaan. De vrouw ging vervolgens in hoger beroep. In hoger beroep voerde de vrouw aan dat zij helemaal niet hertrouwd was, maar enkel haar relatiestatus had gewijzigd om te voorkomen dat andere mannen haar zouden lastig vallen. Ze had namelijk al meerdere seksueel grensoverschrijdende berichten ontvangen van derden. Er heeft volgens de vrouw nog nooit een persoonlijke ontmoeting tussen haar en haar zogenaamde echtgenoot plaatsgevonden, ze hadden enkel contact via internet. Ze geeft wel toe dat ze samen afgesproken hadden om de relatiestatus op Facebook te wijzigingen naar ‘gehuwd’, maar enkel om ongewenste mannen op afstand te houden. In tegenstelling tot de rechtbank, is het gerechtshof van oordeel dat enkel een gewijzigde Facebookstatus onvoldoende bewijs biedt voor de huwelijkse status van de vrouw. De man moet daarom toch weer gewoon alimentatie betalen.[ii]

 

Gerechtshof Amsterdam 28 juli 2015

Ook in deze zaak voor het hof voerde de voormalige echtnoot van een vrouw aan dat hij niet langer verplicht was om de partneralimentatie te betalen. Hij meende namelijk dat zijn ex-vrouw samen was gaan wonen met een nieuwe man. De vrouw verweerde zich door te stellen dat zij niet met de man samenwoonde, maar slechts een kamer in zijn huis huurde. Ter onderbouwing van deze stelling voerde zij de huurovereenkomst aan. Aan de rechter lag nu de vraag voor of sprake was van samenwonen in de zin van art. 1:160 BW. Hiervan is sprake als zij ‘samenleven als waren zij gehuwd’. De rechter betrok in zijn beoordeling van deze zaak een aantal Facebookberichten die de vrouw had geplaats. Hieronder een greep uit de berichten:

  • “Lekker vroeg uit de veren, brood smeren voor [zogenaamd verhuurder] daarna uit met de hondjes. Dan ga ik toch nog eventjes op de bank een beetje doezelen waarna ik de dagelijkse huishoudelijke taken verricht. Aan het einde van de ochtend ga ik ff heerlijk onder de zonnebank, die ik zo ontzettend lief van mijn allerliefste [zogenaamd verhuurder] heb gekregen en vanmiddag ga ik nog even naar de kapper voor een color checkup.”
  • “Ik vind het fantastisch om hem te verwennen en voor hem te koken. Hij is altijd zo dankbaar en lief. Ik vind dat hij het verdiend, want hij heeft me er echt doorheen gesleept de afgelopen weken en hij zorgt nu nog 24/7 voor me. Ik mag en kan nog weinig, dus ik ben erg blij met mijn lieve [zogenaamd verhuurder].”
  • “Vanmorgen kwam mijn Allerliefste [zogenaamd verhuurder] thuis met een mega bos roze rozen.”
  • “ [zogenaamd verhuurder] en ik hebben vandaag onze outfits voor carnaval aangeschaft, dikke pret hadden we natuurlijk! (…) We zijn intens gezegend, we hebben twee prachtige kinderen [naam kind] en [naam kind]. Voor mijn gevoel is [zogenaamd verhuurder] de echte vader van mijn kinderen, want hij voedt ze op en geeft ze de liefde alsof het zijn eigen vlees en bloed is en daar ben ik heel erg blij mee. Dankjewel lieve [zogenaamd verhuurder] , dat je zo goed zorgt voor mij en de kinderen, ik hou van jou!

De samenlevingsvorm tussen de vrouw en de man bij wie ze in huis woont, blijk op basis van de Facebookberichten veel verder te gaan dan enkel de relatie tussen huurder en verhuurder. De vrouw had er beter aan gedaan deze berichten niet op Facebook te delen, het hof oordeelt namelijk dat haar recht op partneralimentatie is komen te vervallen.[iii]

 

Slotsom

Uit de voorgaande uitspraken blijkt dat (voormalig) echtlieden die in een echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn, op moeten passen met de uitlatingen die zij op social media doen. Deze kunnen hen immers duur komen te staan. Anderzijds kunnen deze uitspraken een extra aanleiding geven om de social media van de ex-partner goed in de gaten te houden.[iv] Social media berichten kunnen bruikbare bewijsstukken zijn.

 

__________________________________________________________________________

[i] Rechtbank Overijsel 9 september 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:5626.

[ii] Hof ’s-Hertogenbosch 19 maart 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:993.

[iii] Gerechtshof Amsterdam 28 juli 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3108.

[iv] D. Bertsch, ‘De invloed van social media op een echtscheiding’, GMW Advocaten www.gmw.nl, 26 oktober 2015.