Met het programma ‘Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak’ (hierna: KEI) lijkt het vertrouwde beeld van de stapels papieren dossiers langzaamaan te verdwijnen uit onze rechtspraktijk. Project KEI vloeit voort uit het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ in 2012. De belangrijkste afspraken hierbij zijn: vereenvoudiging van het civiele proces en digitaal procederen voor zowel het civiele recht als het bestuursrecht mogelijk maken. Vanwege het ingrijpende karakter van KEI, worden de veranderingen gefaseerd ingevoerd aan de hand van vier wetsvoorstellen. Het eerste wetsvoorstel ‘vereenvoudiging en digitalisering procesrecht’ is reeds aangenomen in de Tweede Kamer.

Dit artikel begint met de aanleiding voor het project KEI, gevolgd door een bespreking van het wetsvoorstel. Vervolgens wordt bekeken hoe digitaal procederen nou eigenlijk in z’n werk gaat en wat de gevolgen van project KEI zijn. Verder zal de kritiek op het digitaal procederen besproken worden, gevolgd door een toekomstbeeld.

Veel mensen krijgen in hun leven te maken met het civiele recht of het bestuursrecht. Denk bijvoorbeeld aan burenruzies, ontslagen en scheidingen. Tot op heden zijn deze procedures erg ingewikkeld en omslachtig. Mensen weten vaak niet hoe het allemaal werkt en moeten erg lang wachten voordat ze duidelijkheid krijgen over hun zaak. Dit nodigde uit om een procedure te bedenken die sneller en eenvoudiger zou zijn.

Daarnaast kon digitaal procederen ook niet uitblijven in ons digitale tijdperk.[1] Naast dat het sneller en overzichtelijker is, wordt het recht op deze manier ook toegankelijker. Immers: de meeste zaken, zoals internetbankieren en belastingaangifte, worden al enige tijd digitaal geregeld. Digitaal procederen sluit aan bij deze ontwikkeling.

Wetsvoorstel

Het wetsvoorstel ‘vereenvoudiging en digitalisering procesrecht’ (hierna: wetsvoorstel) is in mei van dit jaar aangenomen in de Tweede Kamer en ligt momenteel bij de Eerste Kamer.[2] Het wetsvoorstel kon op grote politieke steun rekenen. De Kamerleden waren het er unaniem over eens dat digitalisering van de rechtspraak nodig is.[3]

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht worden op de schop gegooid, met als doel een meer toegankelijke rechterlijke macht en een eenvoudigere rechtsgang.[4] Hoe wil men dit bereiken?

Het wetsvoorstel bevat vijf wezenlijke veranderingen. Ten eerste zal de verplichting tot het betekenen van de huidige dagvaarding worden opgeheven. Tevens worden de dagvaarding en het verzoekschrift samengevoegd tot één procesinleiding; de ‘digitale procesinleiding’. Met deze procesinleiding zal de nieuwe vereenvoudigde basisprocedure voor het burgerlijk procesrecht en het bestuursrecht starten. De basisprocedure zal meer wettelijke termijnen bevatten voor een vlot verloop van de zaak. Verder zal de rechter middelen krijgen om het verloop van de procedure meer te sturen. Kortom: het proces wordt duidelijker en eenvoudiger.

De grootste verandering echter, gaat schuil achter het vergroten van de toegankelijkheid van de rechterlijke macht. Er wordt zelfs gesproken over ‘een revolutie in de rechtspraak’.[5] De procedures in het burgerlijk recht en het bestuursrecht zullen dus gedigitaliseerd worden.  Het wordt mogelijk om een procedure digitaal te starten en digitaal stukken in te dienen bij de rechter. Voor burgers is dit een keuze, voor professionele partijen zoals advocaten en rechtspersonen, wordt digitaal procederen verplicht. Het digitaal procederen is al langzaamaan gestart in 2014. De planning is dat alle processen uiterlijk in 2018 digitaal verlopen. Opmerking verdient wel dat er voor het strafproces een apart project is opgesteld, namelijk: ‘Verbetering prestaties strafrechtketen’ (VPS). Dit zal in dit artikel verder buiten beschouwing blijven.

Digitaal procederen

Hoe gaat dit digitaal procederen dan in zijn werk? De papieren dossiers hebben plaats gemaakt voor digitale dossiers die altijd en overal via het internet geraadpleegd kunnen worden. Deze dossiers kunnen door zowel professionele partijen als door burgers worden ingezien. Burgers doen dit via DigiD en advocaten bijvoorbeeld met hun advocatenpas. Wanneer er is ingelogd kan men via het digitale portaal ‘Mijn Zaak’ de procedure volgen.[6] Daarnaast kan via deze weg ook een procedure gestart worden. Er kunnen online stukken ingezien en ingediend worden, en er kan verweer gevoerd worden. Door de digitale dossiers kan er veel sneller gecommuniceerd worden waardoor een zaak sneller voor de rechter kan verschijnen. Ook hebben partijen zo meer inzicht in hun zaak.

Wanneer het dossier compleet is en afspraken zijn gemaakt, wordt de zaak mondeling behandeld in een zogenaamde digitale zittingszaal. In een digitale zittingszaal hebben alle partijen een eigen scherm waarop het gezamenlijke digitale dossier geraadpleegd kan worden.[7] Tevens kan het publiek en de media ook meekijken en luisteren via schermen. Een digitale zittingszaal biedt extra mogelijkheden, zoals het gemakkelijk delen van beeld- en geluidsopnames. En na de zitting kan men via ‘Mijn Zaak’ eenvoudig de uitspraak van de rechter downloaden.

Gevolgen

Dat project KEI grote gevolgen met zich meebrengt, moge duidelijk zijn. Door vereenvoudiging en digitalisering zullen er veel banen verdwijnen. Dagvaardingen hoeven niet meer betekend te worden, waardoor een belangrijke taak van deurwaarders weg zal vallen. Daarnaast zal er minder administratieve rompslomp zijn en kunnen burgers en bedrijven veel meer zelfstandig werken, wat ook tot banenverlies leidt.

Lijdelijkheid van de rechter is uitgangspunt in het civiele recht, maar met KEI krijgt de rechter juist meer middelen tot zijn beschikking om  te kunnen sturen. Of dit een goede of kwalijke ontwikkeling is, valt nog te bezien.

Een positief gevolg van project KEI is zonder meer het streven naar een meer toegankelijk en transparanter proces. Door vereenvoudiging zullen procedures veel duidelijker worden voor burgers en tevens kunnen zij in de toekomst op elk gewenst moment hun dossier inzien. Digitalisering betekent een sneller procesverloop. Bovendien is digitaal dossierbeheer veiliger dan op papier, nu digitale documenten versleuteld en bewaard kunnen worden in een afgeschermde omgeving.[8]

Uiteraard kwam er ook veel tegenstand op het voornemen om digitaal te gaan procederen. Zo zijn er praktische beperkingen ten aanzien van bijvoorbeeld bewijsstukken. Denk aan enorme bouwtekeningen of producties in IE-zaken die onmogelijk vanaf een klein schermpje bekeken kunnen worden. Hoe dat er precies uit gaat zien, is nog niet bekend.[9]

Er is tevens nog veel onduidelijkheid over de beveiliging van het systeem. Wie is de eigenaar en wie is verantwoordelijk voor de technische systemen? En hoe zit het met de privacybescherming? ICT-projecten van de overheid zijn in het verleden al vaker mis gegaan. Beveiligingslekken en slecht werkende systemen, dat zijn dingen die voorkomen moeten worden. Je moet er niet aan denken dat jouw dossier op straat komt te liggen of dat inloggegevens gestolen worden.

Komende jaren zullen er dus veel dingen veranderen binnen de rechtspraak. Papieren stapels worden kleiner en de rechterlijke macht gaat cursussen volgen om de ontwikkelingen bij te kunnen houden. Er zal gewerkt worden aan een waterdicht digitaal systeem, waarbij gegevens niet verloren kunnen gaan en alleen de juiste personen toegang hebben tot de dossiers. Uiteraard zullen er zaken fout gaan, maar niet digitaliseren is geen optie. Door landen als Estland en Noorwegen die ons voorgingen, weten we waar de struikelpunten liggen. Het zal slechts een kwestie van tijd zijn voordat we na het ‘whatsappen’ ons digitale dossier erbij pakken via onze smartphone.

 

 

________________________________________________________________________________

[1] https://www.rechtspraak.nl/Recht-In-Nederland/Modernisering-rechtspraak/Paginas/default.aspx

[2] https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34059_vereenvoudiging_en

[3] https://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Nieuws/Pages/Wetsvoorstel-vereenvoudiging-en-digitalisering-procedures-aangenomen.aspx

[4] Kamerstukken II 2014/15 34059 3.

[5] A. Bruins, ‘Revolutie in de rechtspraak. Digitaal procederen’, Mr. 2015, p. 67-71.

[6] https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rechtspraak-en-geschiloplossing/inhoud/vernieuwing-in-de-rechtspraak/programma-kwaliteit-en-innovatie-rechtspraak-kei

[7] https://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Gerechtshoven/Arnhem-Leeuwarden/Bezoekinformatie/Pages/Digitalezittingszalen.aspx

[8] P. Aantjes, ‘Digitalisering van de rechtspraak: geen haastige spoed’, Mr 2015.

[9] N. Gloudemans-Voogd, ‘We kunnen niet op papier blijven werken’, interview 2014, p. 23-26.