Volgens onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen zijn er op dit moment 1500 tot 2000 mensen langer dan één jaar vermist. Naar schatting krijgt ongeveer de helft van de achterblijvers te maken met posttraumatische stress en complexe rouw.[i] Volgens Inger de Vries, initiatiefneemster van Status Vermist komt een achterblijver niet aan verwerking toe, vanwege de praktische en financiële problemen die komen kijken bij een vermissing van een naaste.[ii] De Vries pleit voor een status voor vermiste personen, om deze problemen op te lossen en de pijn en de lasten voor de achterblijvers iets te verlichten in die moeilijke periode.

De situatie zoals we die nu kennen voor achterblijvers, kent nog ernstige gebreken. Op het moment dat een naaste vermist raakt, loopt men al tegen de eerste moeilijkheden aan. Als een werknemer namelijk niet op komt dagen op zijn werk, kan de werkgever het loon stop zetten. Lasten zoals een hypotheek en afgesloten abonnementen kunnen echter niet simpelweg worden stopgezet of gepauzeerd. Vaak is voor een stopzetting een handtekening nodig van diegene die het contract heeft afgesloten. Bovendien worden ook uitkeringen stopgezet, want aan de sollicitatieplicht kan niet worden voldaan.

In de situatie zoals die nu is, worden deze problemen pas opgelost als een ‘verklaring van vermoedelijk overlijden’ is afgegeven door de rechter. Normaliter kan dit echter pas na een periode van 5 jaar. Dit houdt dus in dat een achterblijver 5 jaar lang met deze problemen zit, voordat er effectief iets aan gedaan wordt. Nadat deze verklaring is afgegeven door de rechtbank is een vermiste voor de wet overleden. Als het vrij zeker is dat iemand niet meer in leven is, kan het ook na één jaar.[iii] Er moeten dan wel omstandigheden spelen die de dood waarschijnlijk maken.[iv]

Het doel van een aparte status is dat de achterblijvers gemakkelijker dingen kunnen regelen met instanties. Gedacht moet worden aan het pauzeren van een hypotheek, het stopzetten van een abonnement, zonder dat een handtekening van de vermiste nodig is en een stuk minder bureaucratische rompslomp.

Er kleven op het eerste oog al een boel nadelen aan deze aparte status. De Vries noemt zelf al de fraudegevoeligheid van vermissing, als deze vermissing financiële voordelen oplevert. Politie zal dus extra goed onderzoek moeten doen naar de waarheid achter een verdwijning. En wie gaat er opdraaien voor de kosten van een gepauzeerde hypotheek, een toch iets langer doorlopende uitkering of een vergoeding vanuit de werkgever?

 

Wat vinden jullie? Zou een aparte juridische status een oplossing bieden, of levert het meer nieuwe problemen dan oplossingen op? Volgende week verschijnt een uitgebreid artikel over dit onderwerp!

________________________________________________

[i] ‘Status Vermist’, HulpPost, augustus 2015, p. 15. http://www.fondsslachtofferhulp.nl/hulppost-augustus-op-de-mat-en-online/

[ii] ‘Nieuwsshow’, NPO Radio 1, 13 juni 2015

[iii] Art. 1:413 lid 2 sub b BW.

[iv] NV II, Kamerstukken II, 27117, 6, p. 5-6