M. de Kind

In juni 2015 overleed Sharleyne, toen acht jaar, na een val van de tiende verdieping van een flat in Hoogeveen. De zaak loopt nog steeds. Afgelopen week is deze zaak wederom in het nieuws gekomen, waarbij vooral werd ingegaan op de door de vader, Victor Remouchamps, geëiste schadevergoeding van 100.000 euro. De advocaat van Remouchamps stelt dat de dood van Sharleyne heeft geleid tot een posttraumatische stressstoornis. De claim behelst dan ook smartengeld voor deze geleden shockschade.[1] Maakt de vader kans om de schade vergoed te krijgen?

Schade(vergoeding)

Er worden verschillende categorieën van schade onderscheiden. Zo kan worden gesproken van materiële en immateriële schade. Materiële schade betreft schade die direct in geld is uit te drukken, terwijl het bij immateriële schade gaat om schade veroorzaakt door bijvoorbeeld verdriet, pijn of verlies aan levensvreugde. Immateriële schade wordt ook wel aangeduid met de term smartengeld. Ingevolge artikel 6:162 BW moet sprake zijn van een onrechtmatige handeling die kan worden toegerekend aan de dader om recht op schadevergoeding te hebben. Ook het systeem van artikel 6:106-6:108 BW kan relevant zijn wanneer het gaat om schade bij derden. Terwijl in artikel 6:163 BW het relativiteitsvereiste negatief is geformuleerd, wordt in shockschadezaken altijd aan het relativiteitsvereiste getoetst. De rechter is in dergelijke zaken steeds bewust bezig met het afbakenen van de kring van gerechtigden.[2]

Shockschadejurisprudentie

Het Kindertaxi-arrest[3] is het startpunt van jurisprudentie over shockschade. Eén van de belangrijkste criteria die in dit arrest naar voren zijn gekomen, betreft het confrontatiecriterium, wat als het ware een nadere invulling van het algemenere relativiteitsvereiste is. Dit houdt in dat de eiser van de schadevergoeding het ongeval moet hebben waargenomen of direct met de ernstige gevolgen ervan moet zijn geconfronteerd. Deze directe confrontatie is van fundamenteel belang voor het hebben van een zelfstandige claim.[4]

Wetsvoorstel affectieschade

In dit kader is recentelijk, zowel door de Eerste als de Tweede Kamer, een wetsvoorstel over de vergoeding van affectieschade aangenomen. De wet zal op een bij koninklijk besluit nader te bepalen tijdstip in werking treden. Het wetsvoorstel regelt de mogelijkheid tot vergoeding van affectieschade in het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht. Nabestaanden van overleden slachtoffers en naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel als gevolg van e.g. een verkeersongeluk, medische fout, bedrijfsongeval of geweldsmisdrijf, hebben recht op vergoeding. Uiteraard staat voorop dat deze vergoeding het leed niet kan wegnemen, maar het zorgt er wel voor dat slachtoffers zich gehoord en erkend voelen, welke genoegdoening kan helpen bij de verwerking. Met dit wetsvoorstel komt een vergoeding van affectieschade te liggen tussen de 12.500 en 20.000 euro.[5]

Kansen van Remouchamps

Siewert Lindenbergh, hoogleraar privaatrecht, en Arlette Schijns, letselschadeadvocaat, achten de kans op een succesvolle schadeclaim gering. Om tot vergoeding van de schade over te kunnen gaan, moet allereerst worden vastgesteld of de moeder onrechtmatig heeft gehandeld. Vervolgens moet worden bewezen dat dit onrechtmatig handelen ook jegens de vader geschiedde. In dit kader is het hiervoor genoemde confrontatiecriterium van groot belang. Lindenbergh en Schijns stellen dat hieraan naar alle waarschijnlijkheid niet zal zijn voldaan, nu de vader niet aanwezig was toen zijn dochter naar beneden viel. De eerdergenoemde wetswijziging in het kader van affectieschade kan in soortgelijke situaties wel degelijk verschil gaan maken. De positie van nabestaanden wordt hierdoor aanzienlijk versterkt. Of ook Remouchamps hier al bij gebaat zal zijn, blijft echter de vraag. In beginsel geldt deze wet immers slechts voor misdrijven die na 1 januari 2019 worden gepleegd. Wel heeft de advocaat van de nabestaanden in de zaak van Anne Faber de rechtbank gevraagd vooruit te lopen op deze wet. [6] Als dat in haar zaak wordt gedaan, biedt het wellicht ook mogelijkheden voor de zaak van Remouchamps. Hoe het uiteindelijk zal uitpakken, blijft dus nog even afwachten!

 

[1] ANP, ‘Vader overleden Sharleyne (8) eist ton schadevergoeding’, Nu.nl 15 juni 2018.

[2] P.B. Emaus, ‘De ontwikkeling van het confrontatiecriterium in shockschadezaken: een analyse naar aanleiding van het Vilt-arrest’, Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade 15 april 2011.

[3] HR 22 februari 2002, NJ 2002/240.

[4] P.B. Emaus, ‘De ontwikkeling van het confrontatiecriterium in shockschadezaken: een analyse naar aanleiding van het Vilt-arrest’, Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade 15 april 2011.

[5] ‘Vergoeding van affectieschade’, te vinden via: www.eerste kamer.nl.

[6] Redactie, ‘Vader Sharleyne wil een schadevergoeding, is dat kansrijk?’, NOS 15 juni 2018.