T. Voogd

Daar zit je dan. Na een aantal weken zonder colleges zit je weer op het vertrouwde klapstoeltje in de collegezaal, waarvan je eigenlijk nog steeds niet zeker weet of het wel de goede is (“Ik zit op rij K stoel 6, maar hoort de K nou bij het stoeltje of de tafel?”). Dit keer heb je geen laptop om je achter te verstoppen en de line-up release van je favoriete festival te checken met de stem van je professor op de achtergrond, maar moet je echt aan de slag. Het is zover; de tentamenperiode is aangebroken.

Na een aantal weken je sociale leven op te hebben gegeven en je door al die uren in de UB doorgebracht te hebben niet meer weet of je de maandelijkse huur nou naar je huisbaas of de Universiteit moet overmaken, is het plotseling tijd. Na nog snel je samenvatting vluchtig te hebben doorgelezen vertrek je naar de zaal. Daar wacht de groep surveillanten met smart op je, met een blik waardoor het lijkt alsof ze de belangrijkste baan ter wereld denken te hebben. De vragen worden uitgedeeld en tegelijkertijd check je nog snel even je wettenbundels of je er niet toevallig nog een los blaadje in hebt zitten, wat eigenlijk nooit echt het geval is. Drie uur, een zere schrijfhand en een hoop twijfels later ben je er eindelijk vanaf. Dan loop je met een enigszins voldaan gevoel de zaal uit waar je een groepje studenten met elkaar hoort praten over de antwoorden. “Ja hoor, die heb ik niet”, denk je. Dan maar weer terug naar je gereserveerde computer, want het volgende tentamen staat alweer op je te wachten.

Oké, klaar met de anekdotes. Is dit herkenbaar? Bij mij en bij (waarschijnlijk) een hoop andere studenten is het elk jaar in juni en december weer raak. Dit levert natuurlijk veel stress op. Stress die je eigenlijk niet kan gebruiken op het moment waarop je een vol semester aan lesstof binnen drie uur moet kunnen reproduceren. En dat maal vijf vakken, allemaal binnen twee of drie weken. In het tweede jaar van je studie valt het bij de meeste nog wel mee omdat het BSA binnen is en je “de vakken volgend jaar ook wel kan doen”, maar wanneer het in de eindfase écht menens is, staat de druk er flink op.

Natuurlijk kan de student deze stress voor een groot deel voorkomen door alle voorgeschreven literatuur en arresten op tijd te bestuderen en voorbereid naar elk college te komen. Zo makkelijk werkt het in de praktijk helaas niet, heb ik in mijn vorige column proberen uit te leggen. Toch zal je een manier moeten vinden om deze barre weken met succes door te komen. Jij wilt –net als ik- toch ook aan het eind van de streep op de diploma-uitreiking jouw naam horen vallen?

Ik weet niet in hoeverre je studietips van mij ter harte moet nemen, maar graag deel ik hier een van mijn grootste bevindingen van het afgelopen jaar: motivatie is key. Ik heb gemerkt dat wanneer je een doel voor ogen hebt waarvoor je dat papiertje binnen moet tikken, er ineens veel meer mogelijk is. Zo heb ik vorig semester zeven vakken gehaald doordat ik een Master heb gevonden waar ik heel graag in september wil starten. Dus wat dat doel voor jou ook moge zijn, werk ernaartoe. En met deze wijsheid kunnen jullie allemaal terug je boeken in, want de hertentamens komen er aan…