K. Verberne

Wat is er gebeurd

Wanneer BMX´er Jelle van Gorkom zich op dinsdagmiddag 9 januari 2018 op de negen meter hoge startheuvel op de BMX- baan van Papendal meldt, lijkt het een normale trainingsrit te worden. Niets blijkt minder waar. Als het startsein klinkt, sleurt Jelle met zijn BMX- fiets van links naar rechts om zo veel mogelijk snelheid te maken voor de eerste heuvel van het parcours. Op dat moment rijdt Jelle een snelheid van ongeveer zestig kilometer per uur. Echter, net voordat de eerste heuvel van het parcours afvlakt raakt Jelle een ijzeren veiligheidsketting (één meter boven de grond en slecht zichtbaar van bovenaf) waardoor zijn BMX- fiets breekt en Jelle zelf tegen de heuvel wordt opgesmeten. Als gevolg van deze enorme smak wordt Jelle naar het ziekenhuis gebracht om daar in een kunstmatig coma te worden gehouden om zo van zijn verwondingen (een breuk in het gezicht, een scheurtje in de schedel en beschadigingen aan milt, lever en nieren) te kunnen herstellen. Inmiddels is Jelle van Gorkom ontwaakt uit zijn coma en is hij buiten acuut levensgevaar maar is het nog onduidelijk of hij ooit volledig zal herstellen.[1]

De grote vraag bij dit afschuwelijke ongeval is wie er verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ophangen van de ijzeren veiligheidsketting bij de eerste heuvel van het parcours, waardoor Jelle van Gorkom ernstig ten val kwam. In onderstaande zal ik vanuit juridisch oogpunt gaan bekijken wie er naar mijn mening aansprakelijk kan worden gesteld voor dit afschuwelijke ongeluk.

 

Wie kan er aansprakelijk worden gesteld?

In casu hebben we te maken met een onrechtmatige daad omdat een persoon heeft nagelaten de veiligheidsketting te verwijderen voordat BMX´er Jelle van Gorkom de baan zou betreden. De grondslag voor de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) is de toerekenbare onrechtmatige gedraging van een persoon. Er zijn drie algemene gronden waarmee een gedraging als onrechtmatig kan worden aangemerkt (art. 6:162 lid 2 BW): een inbreuk op een recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of een doen of nalaten met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer wordt betaamd.[2]

 

Naar mijn idee hebben we in casu te maken met de vraag of sprake is van een nalaten hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer wordt betaamd. Voorgaande algemene grond voor onrechtmatigheid zal moeten worden beoordeeld aan de hand van maatschappelijke aanvaarde normen over behoorlijk en zorgvuldig gedrag. Er kan daarbij gebruik moeten worden gemaakt van de Kelderluik- criteria die als uitgangspunt fungeren bij het creëren van een gevaarlijke situatie.[3]

 

Het in dit geval belangrijkste Kelderluik- criterium luidt: naarmate de ernst en de omvang van de mogelijke schade groter is, dient een hogere zorgplicht in acht te worden genomen. Aan dit Kelderluik- criterium is mijn inziens voldaan omdat je weet dat wanneer een BMX´er met relatief weinig bescherming met zestig kilometer per uur van een BMX- baan gebruik gaat maken er een hoge zorgplicht verwacht mag worden van de (rechts)persoon die deze BMX- baan ter beschikking stelt.[4]

 

Kortom, de fatale dag waarop de (rechts)persoon verzuimde de veiligheidsketting te verwijderen duidt erop dat hij heeft nagelaten zorg te houden over de BMX- baan. Daarmee kan de rechtspersoon Papendal aansprakelijk zijn voor de letselschade van Jelle van Gorkom.

[1] Jelle van Gorkom in coma door  ´misselijkmakende fout´, NRC 11 januari 2018, https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/11/in-coma-door-misselijkmakende-fout-a1588070

[2] Prof. mr. J. Spier, Prof. mr. T. Hartlief, Prof. mr. A.L.M. Keirse, Prof. mr. S.D. Lindenbergh, Prof. mr. R.D. Vriesendorp, Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Den Haag: mei 2015, p. 24

[3] Prof. mr. J. Spier, Prof. mr. T. Hartlief, Prof. mr. A.L.M. Keirse, Prof. mr. S.D. Lindenbergh, Prof. mr. R.D. Vriesendorp, Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Den Haag: mei 2015, p. 49

[4] Prof. mr. J. Spier, Prof. mr. T. Hartlief, Prof. mr. A.L.M. Keirse, Prof. mr. S.D. Lindenbergh, Prof. mr. R.D. Vriesendorp, Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Den Haag: mei 2015, p. 50