In tegenstelling tot de verdachte – deze mag alles bij elkaar liegen – zijn getuigen en deskundigen verplicht de waarheid te vertellen in de rechtbank. Alvorens zij een verklaring afleggen vraagt de rechter hen ‘de gehele waarheid en niets dan de waarheid’ te spreken. Het antwoord luidt dan ‘zo waarlijk helpe mij God almachtig’ of ‘dat beloof ik’. Vanaf dat moment staat de getuige of deskundige onder ede en is hij verplicht de waarheid te vertellen. Liegen in de rechtszaal kan je duur komen te staan: op meineed staat een gevangenisstraf van maximaal zes jaar. En als je denkt weg te komen met een ‘klein leugentje om bestwil’ dan heb je het mis. In 2015 werden 35 mensen veroordeeld wegens meineed, waarvan 19 een gevangenisstraf kregen opgelegd.[1] De reden dat zo hard wordt opgetreden tegen meineed is gelegen in het feit dat de rechter erop moet kunnen vertrouwen dat verklaringen eerlijk zijn. Maar wat mag je nu allemaal wel en niet zeggen in een rechtszaal? Wanneer is er sprake van meineed?

Meineed is strafbaar gesteld in artikel 207 e.v. van het Wetboek van Strafrecht. Het eerste lid van art. 207 Sr. luidt ‘’Hij die … opzettelijk een valse verklaring onder ede aflegt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie’’. Onder een valse verklaring moet bijvoorbeeld verstaan worden het liegen om de verdachte vrij te pleiten. Wanneer iemand juist liegt om de verdachte ‘verdacht’ te maken, kan er zelfs een maximale gevangenisstraf van negen jaar opgelegd worden.  Tevens kan het bewust verzwijgen van belangrijke informatie ook als meineed aangemerkt worden.

De rechter lijkt vrij streng te oordelen in meineedzaken. Zo worden argumenten als ‘’ik loog omdat ik zenuwachtig was’’ genadeloos van tafel geveegd.[2] Het opzettelijke karakter blijkt wel van doorslaggevende betekenis. In een zaak waar de getuige vals verklaarde in Frankrijk te zijn geweest rond een bepaalde datum, volgde vrijspraak nadat hij aangaf zich kennelijk te hebben vergist.[3] Hierdoor kon niet langer gesproken worden over ‘opzettelijk’ en was de verdachte niet langer strafbaar.

Een spraakmakende meineedzaak betrof de zaak uit 2012 waarin – notabene – twee rechters valse verklaringen zouden hebben afgelegd.[4] Zij zouden hun vriendschapsband gebruikt hebben om de uitkomst van een civiele zaak te beïnvloeden. Onder ede ontkenden zij echter vrienden te zijn. Uiteindelijk werden ze vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs, maar zij verloren wel beiden hun baan als rechter.

Kortom: liegen in de rechtszaal is echt not done. Het frustreert de rechtszaak en het kan grote (nadelige) gevolgen hebben voor zowel de verdachte als de getuige.

 

________________________________________________________________________________

[1] https://www.rechtspraak.nl/Uitspraken-en-nieuws/Themas/Meineed

[2] Zie bijvoorbeeld: Gerechtshof Amsterdam 1 december 2015 ECLI:NL:GHAMS:2015:4980

[3] Rechtbank Den Haag 17 februari 2016 ECLI:NL:RBDHA:2016:1685

[4] Rechtbank Utrecht 23 november 2012 ECLI:NL:RBUTR:2012:BY4038