Een aanval met een molotovcocktail in de nacht van 3 op 4 september 2014 te Velp heeft geleid tot het hoogste bedrag aan smartengeld dat ooit in Nederland is uitgekeerd, namelijk €200.000, -. Dat heeft de rechtbank Gelderland in november van dit jaar geoordeeld.[i]

In het aansprakelijkheidsrecht wordt een onderscheid gemaakt tussen materiële en immateriële schade. Op grond van art. 6:95 j° 6:69 BW komt materiële schade voor volledige vergoeding in aanmerking. Voorbeelden van materiële schadeposten zijn medische kosten, kosten voor huishoudelijke hulp en het verlies van verdienvermogen. Op grond van art. 6:65 j° 6:106 BW komt de schade in de vorm van ander nadeel (immateriële schade) slechts voor vergoeding in aanmerking voor zover dit billijk is. Immateriële schade kan bijvoorbeeld bestaan uit pijn, verdriet, minderwaardigheidsgevoelens en verminderde levensvreugde. De vergoeding van immateriële schade wordt smartengeld genoemd.

Het slachtoffer in de zaak die aan de rechtbank Gelderland werd voorgelegd is door een aanval met een brandbom zeer ernstig gewond geraakt. Zijn huidoppervlak is voor 78,5 procent verbrand (waarvan 37,5 procent derdegraads). Hij heeft blijvende beschadiging aan de zenuwen in beide onderbenen, voeten en rechterhand. Het slachtoffer is niet meer in staat om onder meer te wandelen, hard te lopen, langdurig te staan, te hurken, te kruipen, zwaardere voorwerpen te tillen en kracht te zetten met zijn armen. De inspannings- en warmtetolerantie zijn verminderd. Hij is vanwege het letsel en de beperkingen in grote mate afhankelijk geworden van de hulp van derden. Ook zal hij altijd pijn en jeuk hebben, en nooit meer zelfstandig kunnen wonen. Bovendien heeft het slachtoffer psychische klachten.

Met betrekking tot het smartengeld heeft de rechtbank overwogen dat op grond van rechtspraak van de Hoge Raad moet worden aangesloten bij wat Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen hebben toegewezen. Een dergelijke vergelijkbare zaak lag in 2014 voor aan het gerechtshof in Den Haag. Hier betrof het slachtoffer een vrouw die door haar ex-vriend met zwavelzuur was overgoten. De vrouw raakte zeer zwaar verminkt. Het hof wees een smartengeldbedrag van €150.000, – toe.[ii] Dit bedrag werd al zo’n 25 jaar als het maximum bedrag voor smartengeld beschouwd. De uitspraak van de rechtbank Gelderland brengt daar nu verandering in.[iii] In de uitspraak houdt de rechtbank rekening met het arrest van het hof in Den Haag, maar gelet op de gruwelijke gevolgen van het leed dat het slachtoffer is aangedaan, is volgens de rechtbank een immateriële schadevergoeding van €200.000, – gerechtvaardigd.

­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­__________________________________________________________________________

[i] Rb Gelderland 11 november 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6970, ECLI:NL:RBGEL:2015:6969, ECLI:NL:RBGEL:2015:6968.

[ii] Hof Den Haag 4 maart 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:621.

[iii] E. Jorritsma, ‘Met lijden kun je hier niet cashen’, NRC Handelsblad, nrc.nl 16 april 2014.