Luigi C. die jarenlang meisjes en vrouwen filmde in kleedkamers van hockeyverenigingen in Den Haag en Wassenaar, is afgelopen woensdag tot 22 maanden gevangenisstraf veroordeeld in hoger beroep.[1] Hiervan zijn 12 maanden voorwaardelijk. Tevens moet Luigi C. zich verplicht laten behandelen voor voyeurisme[2] en mag hij de komende jaren niet met kinderen werken of zich op Nederlandse hockeyvelden bevinden.

Alhoewel de strafmaat in hoger beroep nauwelijks verschilt van die in eerste aanleg, is er opvallend verschillend geoordeeld over de kwalificatie van de kleedkamerfilms. Zijn de kleedkamerbeelden aan te merken als kinderporno in de zin van artikel 240b Sr.?

 

Artikel 240b lid 1 Sr luidt als volgt: ‘’Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of in bezit heeft.’’ Waarbij in lid 2 van het artikel een hogere gevangenisstraf mogelijk is indien de verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van hetgeen omschreven in het eerste lid.

Om de kleedkamerfilms aan te kunnen merken als kinderporno, moet het gaan om ‘afbeeldingen van een seksuele gedraging’. Dit begrip wordt ruim uitgelegd door de Hoge Raad. [3]  Het moet gaan om een gedraging die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling, of een afbeelding die, gelet op de wijze van totstandkoming, eveneens strekt tot het opwekken van een seksuele prikkeling.

 

Rechtbank

De rechtbank oordeelde dat op geen van de beelden geslachtsdelen of de schaamstreek specifiek worden getoond of daar op is ingezoomd. Dat was ook niet mogelijk volgens de rechtbank vanwege de vaste positie van de camera. Tevens beperken de beelden zich tot de kleedkamer en komt de doucheruimte niet in beeld. Doordat de meisjes zonder dat ze dit wisten werd gefilmd, is er geen sprake van ‘onnatuurlijk poseren’ zoals bedoeld bij ‘de wijze van totstandkoming’ van het materiaal. Hierdoor zijn de afbeeldingen niet aan te merken als ‘afbeeldingen van een seksuele gedraging’. De rechtbank oordeelde daarom dat er geen sprake is van het vervaardigen van kinderporno. Luigi C. werd wel veroordeeld ten aanzien van het heimelijk filmen.

 

Gerechtshof

Het Hof was van mening dat de genoemde beeldopnames en afbeeldingen wel onder de tweede categorie van ‘afbeeldingen van een seksuele gedraging’ hoorden te vallen. De wijze van totstandkoming; het stiekem monteren van een camera in een kluisje, gericht op het deel van de kleedkamer waar de meisjes omkleedden, strekte tot het opwekken van een seksuele prikkeling. Het gaat het dus niet om ‘klassieke pornografie’, aldus het Hof. Hetgeen wat in de kleedkamerfilms te zien is, staat verder af van hetgeen in het normale spraakgebruik onder ‘kinderporno’ wordt verstaan. De gedragingen van de verdachte kunnen dus ook niet op één lijn gesteld worden met handelingen ten aanzien van materiaal waarop kinderen seksueel worden misbruikt. Daardoor kwam de straf ook niet veel hoger te liggen dan in eerste aanleg het geval was. Maar de kleedkamerfilms moeten dus wel degelijk gekwalificeerd worden als kinderporno.

 

Opvallend is dat de Hoge Raad een ruimere uitleg hanteert van ‘afbeeldingen van een seksuele gedraging’ dan bedoeld in internationale regelgeving. De reden hiervoor is vooralsnog niet geheel duidelijk. Lagere rechters dienen in ieder geval deze lijn te volgen. Kun jij je vinden in de ruime uitleg van de Hoge Raad of vind je dat we in Nederland te ver gaan met de kwalificatie van kinderporno?

________________________________________________________________________________

[1] Hof Amsterdam 14 oktober2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4209.

[2] Voyeurisme is het heimelijk en doorgaans met seksuele lustgevoelens kijken naar een of meer mensen die geheel of gedeeltelijk naakt zijn en al dan niet seksuele handelingen verrichten.

[3] HR 7 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO6446.