In deze terugkerende rubriek over het ondernemingsrecht worden verschillende ondernemingsrechtelijke onderwerpen uitgelegd. Het doel van deze rubriek is om ondersteuning te bieden aan studenten op dit rechtsgebied. Vandaag behandel ik de rechtsvorm besloten vennootschap.

De besloten vennootschap (BV) heeft rechtspersoonlijkheid. Rechtspersoonlijkheid houdt in dat de vennootschap dezelfde rechten en plichten heeft als een natuurlijk persoon. In de wet is rechtspersoonlijkheid neergelegd in art. 2:5 BW. Een rechtspersoon kan dus dezelfde handelingen verrichten als een natuurlijk persoon, kan schulden hebben en kan aangeklaagd worden.

Titel 5 van het BW gaat over de BV. De oprichting van een bv wordt neergelegd in een notariële akte (art. 2:175 lid 2 jo. art. 2:176 BW). In de notariële akte worden ook de statuten neergelegd. De statuten moet de volgende informatie bevatten:

  • naam van de vennootschap (art.: 2:177 lid 1 BW);
  • plaats waar de vennootschap gevestigd is, ook wel de zetel genoemd (art. 2:177 lid 1 BW);
  • doel van de vennootschap (art. 2:177 lid 1 BW); en
  • het nominale bedrag van de aandelen (art. 2:178 lid 1 BW).

Om de oprichting te voltooien, moet de vennootschap zich inschrijven in het handelsregister (art. 2:180 lid 1 BW). Voordat de BV is ingeschreven in het handelsregister, zijn de bestuurders van de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk (art. 2:180 lid 2 BW). Hoofdelijke aansprakelijkheid betekent dat ook op de persoonlijke bezittingen van een bestuurder aanspraak gemaakt kan worden wanneer er schulden van de vennootschap afgelost moeten worden. Na volledige oprichting van de BV heeft de BV beperkte aansprakelijkheid. Beperkte aansprakelijkheid houdt in dat bestuurders alleen aansprakelijk gehouden kunnen worden voor het bedrag dat zij in de aandelen hebben gestort (art. 2:175 lid 1 BW). Wanneer de vennootschap schulden heeft die hoger zijn dan het gestorte bedrag in de aandelen, dan kan de bestuurder van de bv daarop niet in privé worden aangesproken. De bestuurder is dus niet hoofdelijk aansprakelijk. In de praktijk betekent dit dat de deurwaarder niet bij de bestuurder thuis kan aankloppen om een tv in beslag te nemen om daarmee de schuldenaars van de vennootschap te betalen.

Voor het oprichten van een BV is geen startkapitaal nodig. Het is mogelijk om met een symbolisch muntstuk van €1 een BV te beginnen. Het kapitaal van de BV wordt verdeeld over aandelen die op naam staan (art. 2:175 lid 1 BW). Dat de aandelen op naam staan heeft tot gevolg dat ze niet gemakkelijk verkocht kunnen worden. Dit is dus anders dan de aandelen die je op de aandelenmarkt kunt kopen. Die aandelen staan niet op naam en kunnen op ieder moment gekocht en verkocht worden. Op de aandelen moet een bedrag worden gestort, namelijk het nominale bedrag (art. 2:191 lid 1 BW). Het nominale bedrag is het bedrag dat op het aandeel is vermeld.

Wanneer een aandeelhouder zijn aandelen wilt verkopen (ook wel vervreemden genoemd in de wet), is het vereist dat zijn aandelen eerst aangeboden worden aan zijn mede-aandeelhouders. De statuten kunnen hierover anders bepalen, maar wanneer de statuten dat niet doen, geldt deze regeling. De prijs die de aandeelhouder ontvangt van zijn mede-aandeelhouders zal gelijk zijn aan de waarde van zijn aandelen. Deze waarde dient te worden vastgesteld door onafhankelijke deskundigen. Wanneer wordt vastgesteld dat de mede-aandeelhouders de aandelen niet (volledig) wensen te kopen, mag de aandeelhouder binnen drie maanden na de vaststelling zijn aandelen verkopen en overdragen (art. 2:195 lid 1 BW). De statuten kunnen niet alleen anders bepalen over de verkoop van aandelen, maar kunnen de overdraagbaarheid van de aandelen ook beperken (art. 2:195 lid 4 BW). Maar wanneer blijkt dat de statuten de overdracht van de aandelen zodanig beperken dat de overdracht haast niet mogelijk is, dan zijn deze statutaire bepalingen niet van toepassing (art. 2:195 lid 5 BW).

Een BV hoeft niet voor altijd deze rechtsvorm te hebben. De BV kan worden omgezet in een andere rechtsvorm. Voor omzetting is het volgende vereist:

  • een besluit tot omzetting (art. 2:18 lid 2 sub a BW);
  • een besluit tot wijziging van de statuten (art. 2:18 lid 2 sub b BW);
  • een notariële akte van omzetting die de nieuwe statuten bevat (art. 2:18 lid 2 sub c BW).

Het is ook mogelijk dat een andere rechtsvorm wordt omgezet in een BV. Niet onbelangrijk is dat de omzetting het bestaan van de rechtspersoon niet beëindigd (art. 2:18 lid 8 BW). Om het bestaan van de rechtspersoon te beëindigen, dient de rechtspersoon ontbonden te worden (art. 2:19 e.v. BW).

Ik hoop dat deze rubriek meer duidelijkheid heeft gegeven over de BV en aspecten die een rol spelen bij de BV. Heb je nog vragen of is er iets onduidelijk, laat dit dan weten middels een reactie.