‘’Een ieder heeft het recht op een nationaliteit’’, zo luidt artikel 15 UVRM. Toch zijn er zo’n 10 miljoen staatlozen wereldwijd. Een staatloze is een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd, zo blijkt uit artikel 1, eerste lid, Verdrag betreffende de status van staatlozen.

Het is bepaald geen ‘pretje’ om staatloos te zijn. Zo ondervinden staatlozen problemen met toegang tot sociale en economische rechten, zoals het recht op werk, onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg. Er zijn vaak problemen met het verkrijgen van reis- en identiteitsdocumenten en ze kennen lange en uitzichtloze periodes van vreemdelingendetentie.

Er zijn verschillende oorzaken waardoor mensen staatloos worden. Denk bijvoorbeeld aan vluchtelingen die tijdens de lange reis hun papieren verliezen. Maar conflicterende nationaliteitswetgeving kan ook een oorzaak vormen. Stel je voor dat een man en vrouw van land A naar land B verhuizen. In land B krijgen zij een kindje. Land B zegt dat de nationaliteit afhankelijk is van het geboorteland van de ouders, in dit geval land A. Echter, in land A is de geboorteplaats van het kind bepalend.

Het moge duidelijk zijn dat staatloosheid een onwenselijke situatie is. Om staatloosheid tegen te gaan en de beperkingen die hiermee samenhangen, zoveel mogelijk weg te nemen, zijn er belangrijke internationale verdragen opgesteld. Zoals hierboven vermeld, het Verdrag betreffende de status van staatlozen, en daarnaast het Verdrag ter beperking der staatloosheid. De verdragen kennen o.a. bepaalde rechten toe aan staatlozen. Nederland heeft beide verdragen geratificeerd.

In Nederland staan ongeveer 2000 mensen als ‘staatloos’ geregistreerd. Daarnaast zijn er zo’n 80.000 mensen waarvan de nationaliteit onbekend is. Dit is problematisch omdat iemand als ‘staatloos’ geregistreerd moet staan, wil diegene aanspraak kunnen maken op de rechten uit internationale verdragen. Om als staatloze erkend te worden, dien je bewijs te hebben van je staatloosheid. Laat dit nou net het probleem zijn. Bovendien heb je voor naturalisatie (het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit) een geldig identiteitsdocument nodig. Iedereen voelt aan dat deze bureaucratie nogal wringt.

Al enige jaren is er een discussie gaande in Nederland wat betreft de vaststelling van staatloosheid. Eind 2013 kwam het ACVZ met een rapport waarin werd aanbevolen om een ‘met waarborgen omklede vaststellingsprocedure voor staatloosheid’ op te richten. In mei 2014 bevestigde de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat een dergelijke procedure voor staatlozen ontbreekt. Het kabinet kon niet langer om de kritiek heen en heeft toegezegd dat er een procedure komt. In juli van dit jaar hebben er zogenaamde expertmeetings plaatsgevonden, die het kabinet meer duidelijkheid moeten geven over hoe zo’n procedure in te richten. Op dit moment is de procedure er nog niet, maar dit is als het goed is slechts een kwestie van tijd. Dan krijgen staatlozen eindelijk de erkenning die ze verdienen en kunnen ze de rechten genieten die hen op grond van het internationale recht toekomen.